Dutch

Detailed Translations for bevestiging from Dutch to German

bevestiging:

bevestiging [de ~ (v)] noun

  1. de bevestiging (affirmatie)
    die Bestätigung; die Bekräftigung; die Beglaubigung
  2. de bevestiging (bekrachtiging)
    die Bestätigung; die Bekräftigung; die Konsolidierung
  3. de bevestiging (het vastmaken; het bevestigen)
    die Befestigung
  4. de bevestiging (mededeling; toelichting; statement; )
    die Erklärung; die Anzeige; die Mitteilung; die Meldung; die Aussage; die Darlegung; der Bericht; die Bekanntgabe; Anzeigen; die Information; der Ausspruch; die Aussprache
  5. de bevestiging (wat vast maakt)
    die Festmachung
  6. de bevestiging (vastmaken)
    Fest machen
  7. de bevestiging
    die Bestätigung

Translation Matrix for bevestiging:

NounRelated TranslationsOther Translations
Anzeige aangifte; bevestiging; bewering; declaratie; mededeling; opheldering; statement; toelichting; uitlegging; verklaring aangeven; aangifte; aankondiging; advertentie; adverteren; annonce; annonceren; annoncering; beeldscherm; declaratie; melding; proces verbaal; rapport; symptoom; verklaring; ziektesymptoom
Anzeigen aangifte; bevestiging; bewering; declaratie; mededeling; opheldering; statement; toelichting; uitlegging; verklaring aanduiden; aanvragen; aanwijzen; opgeven
Aussage aangifte; bevestiging; bewering; declaratie; mededeling; opheldering; statement; toelichting; uitlegging; verklaring opheldering; toelichting; uiteenzetting; uitleg; uitsluitsel; verduidelijking; verklaring
Aussprache aangifte; bevestiging; bewering; declaratie; mededeling; opheldering; statement; toelichting; uitlegging; verklaring articulatie; debat; discussie; gesprek; het uitspreken; mondeling onderhoud; opheldering; toelichting; uiteenzetting; uitleg; uitspraak; verduidelijking; verklaring; vonnisvelling
Ausspruch aangifte; bevestiging; bewering; declaratie; mededeling; opheldering; statement; toelichting; uitlegging; verklaring aanhaling; citaat; oordeelvelling; quote; uitspraak; vonnis
Befestigung bevestiging; het bevestigen; het vastmaken
Beglaubigung affirmatie; bevestiging aanneming; confirmatie; legalisering; waarmerking
Bekanntgabe aangifte; bevestiging; bewering; declaratie; mededeling; opheldering; statement; toelichting; uitlegging; verklaring aankondiging; afkondiging; bekendmaking; bericht; boodschap; convocatie; gewag; informatie; kennisgeving; mededeling; melding; openbaarmaking; openbare publicatie; opgave; opheldering; proclamatie; publicatie; publikatie; relaas; ruchtbaarheid; tijding; toelichting; uiteenzetting; uitgave; uitgifte; uiting; uitleg; uitspraak; verduidelijking; verklaring; verkondiging; vermelding; verwittiging
Bekräftigung affirmatie; bekrachtiging; bevestiging
Bericht aangifte; bevestiging; bewering; declaratie; mededeling; opheldering; statement; toelichting; uitlegging; verklaring aankondiging; bekendmaking; bericht; boodschap; gewag; mededeling; melding; opgave; opstel; recital; relaas; scriptie; tijding; uitspraak; vermelding; verslag; verwittiging
Bestätigung affirmatie; bekrachtiging; bevestiging aanneming; confirmatie
Darlegung aangifte; bevestiging; bewering; declaratie; mededeling; opheldering; statement; toelichting; uitlegging; verklaring betoog; interpretatie; opheldering; recital; toelichting; uiteenzetting; uitleg; verduidelijking; verklaring; vertaling; vertolking
Erklärung aangifte; bevestiging; bewering; declaratie; mededeling; opheldering; statement; toelichting; uitlegging; verklaring duiding; interpretatie; opheldering; toelichting; uiteenzetting; uiting; uitleg; uitsluitsel; verduidelijking; verklarende uitleg; verklaring; vertaling; vertolking
Fest machen bevestiging; vastmaken
Festmachung bevestiging; wat vast maakt
Information aangifte; bevestiging; bewering; declaratie; mededeling; opheldering; statement; toelichting; uitlegging; verklaring berichtgeving; convocatie; data; gegevens; informatie; informeren; inlichting; kennisgeving; mededeling; mededelingen; opheldering; toelichting; uiteenzetting; uiting; uitleg; verduidelijking; verklaring; verwittiging; voorlichting
Konsolidierung bekrachtiging; bevestiging consolidatie; verharding; versterking; versteviging
Meldung aangifte; bevestiging; bewering; declaratie; mededeling; opheldering; statement; toelichting; uitlegging; verklaring aangeven; aangifte; aankondiging; bekendmaking; bericht; blad; boodschap; declaratie; gewag; journaal; maandblad; magazine; mededeling; melding; nieuws; openbare publicatie; opgave; periodiek; publicatie; publikatie; relaas; ruchtbaarheid; tijding; tijdschrift; tijdspiegel; uitgave; uitgifte; uitspraak; verklaring; vermelding; verwittiging; weekblad
Mitteilung aangifte; bevestiging; bewering; declaratie; mededeling; opheldering; statement; toelichting; uitlegging; verklaring aankondiging; bekendmaking; bericht; boodschap; gewag; het uitspreken; informatie; inlichting; mededeling; melding; openbare publicatie; opgave; opheldering; publicatie; publikatie; relaas; ruchtbaarheid; tijding; toelichting; uiteenzetting; uitgave; uitgifte; uiting; uitleg; uitspraak; verduidelijking; verklaring; vermelding; verwittiging
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
Bericht rapport
Erklärung Uitleg

Wiktionary Translations for bevestiging:

bevestiging
noun
  1. het bevestigen, het mededelen aan iemand dat iets is zoals gevraagd is of verondersteld wordt
  2. het bevestigd zijn, het vastzitten aan iets anders
  3. datgene waarmee of waardoor twee of meer dingen aan elkaar vastzitten

Cross Translation:
FromToVia
bevestiging Bestätigung acknowledgement — formal statement or document recognizing the fulfilment or execution of a legal requirement or procedure
bevestiging Versicherung; Zusicherung assertion — statement asserted
bevestiging Bestätigung confirmation — verification
bevestiging Bestätigung confirmation — action de confirmer