Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. stuiter:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for stuiteren from Dutch to German

stuiter:

stuiter [de ~ (m)] noun

  1. de stuiter (knikker)
    der Murmel; die Kugel

Translation Matrix for stuiter:

NounRelated TranslationsOther Translations
Kugel knikker; stuiter bol; dreumes; drol; hoofd; hoofd van een mens; kloot; kogel; kogelpatronen; kort en dik persoon; onderkruipsel; patronen; propje
Murmel knikker; stuiter

Related Words for "stuiter":

  • stuiteren, stuiters, stuitertje, stuitertjes


Wiktionary Translations for stuiteren:


Cross Translation:
FromToVia
stuiteren abprallen bounce — to change direction of motion after hitting an obstacle
stuiteren auf und ab hüpfen; hüpfen bounce — to move quickly up and down