Summary
Dutch to German: more detail...
- wanhopen:
- wanhoop:
-
Wiktionary:
- wanhopen → verzweifeln
- wanhoop → Verzweiflung
- wanhoop → Verzweiflung
Dutch
Detailed Translations for wanhopen from Dutch to German
wanhopen:
-
wanhopen
Conjugations for wanhopen:
o.t.t.
- wanhoop
- wanhoopt
- wanhoopt
- wanhopen
- wanhopen
- wanhopen
o.v.t.
- wanhoopte
- wanhoopte
- wanhoopte
- wanhoopten
- wanhoopten
- wanhoopten
v.t.t.
- heb gewanhoopt
- hebt gewanhoopt
- heeft gewanhoopt
- hebben gewanhoopt
- hebben gewanhoopt
- hebben gewanhoopt
v.v.t.
- had gewanhoopt
- had gewanhoopt
- had gewanhoopt
- hadden gewanhoopt
- hadden gewanhoopt
- hadden gewanhoopt
o.t.t.t.
- zal wanhopen
- zult wanhopen
- zal wanhopen
- zullen wanhopen
- zullen wanhopen
- zullen wanhopen
o.v.t.t.
- zou wanhopen
- zou wanhopen
- zou wanhopen
- zouden wanhopen
- zouden wanhopen
- zouden wanhopen
diversen
- wanhoop!
- wanhoopt!
- gewanhoopt
- wanhopend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for wanhopen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
verzweifeln | wanhopen | vertwijfelen |
Related Words for "wanhopen":
Wiktionary Translations for wanhopen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• wanhopen | → verzweifeln | ↔ despair — to be hopeless |
• wanhopen | → verzweifeln | ↔ désespérer — perdre l’espoir de quelque chose. |
wanhoop:
-
de wanhoop (radeloosheid; vertwijfeling)
die Ratlosigkeit; die Verzweiflung; die Lebensmüdigkeit; die Trübsal; die Schwermut; die Mutlosigkeit