Translate aanwijzingen from Dutch to German

Remove Ads

Summary

Dutch to German: more detail...

aanwijzingen:
- Indizien; Gebrauchsanweisung; Leitfaden; Handbuch; Anwendungsvorschrift; Betriebsanleitung; Gebrauchsanleitung
aanwijzing:
- Spur; Hinweis; Verweisung; Tip; Fingerzeig; Indiz; Wink; Anspielung; Schimmer; Stichwort; Angabe; Indikation; Anknüpfungspunkt; Anhaltspunkt; Instruktion; Anweisung; Richtlinie; Anweizung; Vorbote; Vorzeichen; Anzeichen; Bote
Wiktionary:
- aanwijzing → Hinweis, Benennung, Anweisung
- aanwijzing → Hinweis, Spur
User Contributed Translations for aanwijzingen:
- hinweise

Dutch

Detailed Translations for aanwijzingen from Dutch to German

aanwijzingen:

aanwijzingen [de ~] noun, plural

de aanwijzingen (indicaties)
Indizien
- Indizien [das ~] noun
de aanwijzingen (gebruiksaanwijzing; handboek; leidraad; instructies)
die Gebrauchsanweisung; der Leitfaden; Handbuch
- Gebrauchsanweisung [die ~] noun
- Leitfaden [der ~] noun
- Handbuch [das ~] noun
de aanwijzingen (gebruiksaanwijzingen; instructies)
die Anwendungsvorschrift; die Betriebsanleitung; die Gebrauchsanweisung; die Gebrauchsanleitung
- Anwendungsvorschrift [die ~] noun
- Betriebsanleitung [die ~] noun
- Gebrauchsanweisung [die ~] noun
- Gebrauchsanleitung [die ~] noun

Translation Matrix for aanwijzingen:

Noun	Related Translations	Other Translations
Anwendungsvorschrift	aanwijzingen; gebruiksaanwijzingen; instructies
Betriebsanleitung	aanwijzingen; gebruiksaanwijzingen; instructies
Gebrauchsanleitung	aanwijzingen; gebruiksaanwijzingen; instructies
Gebrauchsanweisung	aanwijzingen; gebruiksaanwijzing; gebruiksaanwijzingen; handboek; instructies; leidraad	bijsluiter; gebruiksaanwijzing; handleiding; handleidingen; uitleg
Handbuch	aanwijzingen; gebruiksaanwijzing; handboek; instructies; leidraad	beknopte handleiding; gebruiksaanwijzing; gids; handboek; handleidingen; handwijzer; leidraad
Indizien	aanwijzingen; indicaties
Leitfaden	aanwijzingen; gebruiksaanwijzing; handboek; instructies; leidraad	basislijn; beknopte handleiding; gids; grondlijn; hoofdlijn; hoofdlijn in plan of verhaal; leidraad

Related Words for "aanwijzingen":

aanwijzing

aanwijzingen form of aanwijzing:

aanwijzing [de ~ (v)] noun

de aanwijzing (spoor)
die Spur; der Hinweis; die Verweisung; der Tip; der Fingerzeig; Indiz; der Wink
- Spur [die ~] noun
- Hinweis [der ~] noun
- Verweisung [die ~] noun
- Tip [der ~] noun
- Fingerzeig [der ~] noun
- Indiz [das ~] noun
- Wink [der ~] noun
de aanwijzing (tip; vingerwijzing; vingerwenk; wenk)
der Tip; der Hinweis; die Anspielung; die Spur; Indiz; der Wink; der Schimmer; der Fingerzeig; Stichwort
- Tip [der ~] noun
- Hinweis [der ~] noun
- Anspielung [die ~] noun
- Spur [die ~] noun
- Indiz [das ~] noun
- Wink [der ~] noun
- Schimmer [der ~] noun
- Fingerzeig [der ~] noun
- Stichwort [das ~] noun
de aanwijzing (aanduiding)
der Hinweis; die Angabe
- Hinweis [der ~] noun
- Angabe [die ~] noun
de aanwijzing (indicatie; symptoom; teken)
der Indikation; der Hinweis
- Indikation [der ~] noun
- Hinweis [der ~] noun
de aanwijzing (aanknopingspunt)
der Anknüpfungspunkt; der Anhaltspunkt; der Wink; der Hinweis; Indiz
- Anknüpfungspunkt [der ~] noun
- Anhaltspunkt [der ~] noun
- Wink [der ~] noun
- Hinweis [der ~] noun
- Indiz [das ~] noun
de aanwijzing (instructie; voorschrift)
die Instruktion; die Anweisung
- Instruktion [die ~] noun
- Anweisung [die ~] noun
de aanwijzing (richtlijn)
die Richtlinie; die Anweizung
- Richtlinie [die ~] noun
- Anweizung [die ~] noun
de aanwijzing (voorbode; voorloper; aankondiger; voorteken)
der Vorbote; Vorzeichen; Anzeichen; der Bote
- Vorbote [der ~] noun
- Vorzeichen [das ~] noun
- Anzeichen [das ~] noun
- Bote [der ~] noun

Translation Matrix for aanwijzing:

Noun	Related Translations	Other Translations
Angabe	aanduiding; aanwijzing	aangeven; aangifte; bluf; declaratie; gepraal; melding; praalzucht; specificatie; verklaring
Anhaltspunkt	aanknopingspunt; aanwijzing	steun; steunpilaar; toeverlaat
Anknüpfungspunkt	aanknopingspunt; aanwijzing
Anspielung	aanwijzing; tip; vingerwenk; vingerwijzing; wenk	aantijging; insinuatie; toespeling; verwijzing; zijdelingse verdachtmaking
Anweisung	aanwijzing; instructie; voorschrift	bevelschrift; consigne; dwangbevel; instructie; opdracht; order; taak
Anweizung	aanwijzing; richtlijn
Anzeichen	aankondiger; aanwijzing; voorbode; voorloper; voorteken	fenomeen; symptoom; verschijnsel; ziektesymptoom
Bote	aankondiger; aanwijzing; voorbode; voorloper; voorteken	besteller; bezorger; bode; boodschapper; brievenbesteller; koerier; postbode; rondbrenger
Fingerzeig	aanwijzing; spoor; tip; vingerwenk; vingerwijzing; wenk	sein; teken; toespeling; verwijzing; wenk
Hinweis	aanduiding; aanknopingspunt; aanwijzing; indicatie; spoor; symptoom; teken; tip; vingerwenk; vingerwijzing; wenk	kennisgeving; toespeling; verwijzing
Indikation	aanwijzing; indicatie; symptoom; teken
Indiz	aanknopingspunt; aanwijzing; spoor; tip; vingerwenk; vingerwijzing; wenk
Instruktion	aanwijzing; instructie; voorschrift	bevelschrift; consigne; dwangbevel; opdracht; opheldering; order; taak; toelichting; uiteenzetting; uitleg; verduidelijking; verklaring
Richtlinie	aanwijzing; richtlijn	beleid; orde; regel; regeling; reglement; richtlijn; richtsnoer; voorschrift; wet
Schimmer	aanwijzing; tip; vingerwenk; vingerwijzing; wenk	flakkering; flikkering; flinter; floers; geflikker; glans; glanslaag; glanzen; glimmen; gloed; greintje; klein beetje; licht verspreiden; restjes; schijn; schijnen; schijnsel; schijntje; schittering; snufje; sprankjes; straling; vleugje; waas; zweem; zweempje; zweempjes
Spur	aanwijzing; spoor; tip; vingerwenk; vingerwijzing; wenk	eigenschap; flinter; floers; karakterisering; karakteristiek; kenmerk; scheutje; schijntje; snufje; snuifje; typering; vleugje; voetspoor; waas; zweem
Stichwort	aanwijzing; tip; vingerwenk; vingerwijzing; wenk	consigne; steekwoord; trefwoord; verkiezingsleus; wachtwoord
Tip	aanwijzing; spoor; tip; vingerwenk; vingerwijzing; wenk	toespeling; verwijzing
Verweisung	aanwijzing; spoor	expulsie; referentie; verjaging; verwijsbrief; verwijzing
Vorbote	aankondiger; aanwijzing; voorbode; voorloper; voorteken
Vorzeichen	aankondiger; aanwijzing; voorbode; voorloper; voorteken	voortekenen
Wink	aanknopingspunt; aanwijzing; spoor; tip; vingerwenk; vingerwijzing; wenk	gebaar; geste; sein; teken; toespeling; verwijzing; wenk

Related Words for "aanwijzing":

aanwijzingen

Wiktionary Translations for aanwijzing:

aanwijzing

noun

het aanwijzen
- aanwijzing → Hinweis; Benennung
vingerwijzing
- aanwijzing → Hinweis

aanwijzing

noun

die Handlung, jemanden auf etwas aufmerksam zu machen
- Hinweis → aanwijzing
etwas, das jemanden auf etwas aufmerksam macht
- Hinweis → aanwijzing
schriftliche Erklärung, wie etwas zu benutzen ist; Anleitung, Gebrauchshinweis
- Anweisung → handleiding; aanwijzing
von einer Autorität erlassene Handlungsvorschrift; Anordnung, Befehl
- Anweisung → instructie; aanwijzing
die Bestimmung oder Vorgabe, wer etwas bekommen soll
- Anweisung → toewijzing; aanwijzing

Cross Translation:

From	To	Via
• aanwijzing	→ Hinweis	↔ hint — clue
• aanwijzing	→ Spur	↔ lead — information obtained by a detective or police officer

Remove Ads

Translate aanwijzingen from Dutch to German

Detailed Translations for aanwijzingen from Dutch to German

aanwijzingen:

aanwijzingen [de ~] noun, plural

de aanwijzingen (indicaties)

de aanwijzingen (gebruiksaanwijzing; handboek; leidraad; instructies)

de aanwijzingen (gebruiksaanwijzingen; instructies)

Translation Matrix for aanwijzingen:

Related Words for "aanwijzingen":

aanwijzingen form of aanwijzing:

aanwijzing [de ~ (v)] noun

de aanwijzing (spoor)

de aanwijzing (tip; vingerwijzing; vingerwenk; wenk)

de aanwijzing (aanduiding)

de aanwijzing (indicatie; symptoom; teken)

de aanwijzing (aanknopingspunt)

de aanwijzing (instructie; voorschrift)

de aanwijzing (richtlijn)

de aanwijzing (voorbode; voorloper; aankondiger; voorteken)

Translation Matrix for aanwijzing:

Related Words for "aanwijzing":

Wiktionary Translations for aanwijzing: