Dutch

Detailed Translations for acht from Dutch to German

acht:

acht [de ~] noun

  1. de acht
    die Acht

acht adj

  1. acht
    acht

Translation Matrix for acht:

NounRelated TranslationsOther Translations
Acht acht
ModifierRelated TranslationsOther Translations
acht acht

Related Words for "acht":


Wiktionary Translations for acht:

acht
number
  1. 8
acht
  1. die Kardinalzahl zwischen sieben und neun

Cross Translation:
FromToVia
acht acht eight — cardinal number 8
acht Acht eight — The digit/figure 8
acht Acht eight — Playing card with value 8

acht form of achten:

achten [het ~] noun

  1. het achten (eren)
    Achten; Ehren; Erweisen der Ehre

achten verb (acht, achtte, achtten, geacht)

  1. achten (hoogachten; respecteren; eerbiedigen; hoogschatten)
    respektieren; achten; schätzen; hochachten; ehren; verehren; hochhalten; hochschätzen
    • respektieren verb (respektiere, respektierst, respektiert, respektierte, respektiertet, respektiert)
    • achten verb (achte, achtest, achtet, achtete, achtetet, geachtet)
    • schätzen verb (schätze, schätzest, schätzt, schätzte, schätztet, geschätzt)
    • hochachten verb (achte hoch, achtest hoch, achtet hoch, achtete hoch, achtetet hoch, hochgeachtet)
    • ehren verb (ehre, ehrst, ehrt, ehrte, ehrtet, geehrt)
    • verehren verb (verehre, verehrst, verehrt, verehrte, verehrtet, verehrt)
    • hochhalten verb (halte hoch, hältst hoch, hält hoch, hielt hoch, hieltet hoch, hochgehalten)

Conjugations for achten:

o.t.t.
  1. acht
  2. acht
  3. acht
  4. achten
  5. achten
  6. achten
o.v.t.
  1. achtte
  2. achtte
  3. achtte
  4. achtten
  5. achtten
  6. achtten
v.t.t.
  1. ben geacht
  2. bent geacht
  3. is geacht
  4. zijn geacht
  5. zijn geacht
  6. zijn geacht
v.v.t.
  1. was geacht
  2. was geacht
  3. was geacht
  4. waren geacht
  5. waren geacht
  6. waren geacht
o.t.t.t.
  1. zal achten
  2. zult achten
  3. zal achten
  4. zullen achten
  5. zullen achten
  6. zullen achten
o.v.t.t.
  1. zou achten
  2. zou achten
  3. zou achten
  4. zouden achten
  5. zouden achten
  6. zouden achten
diversen
  1. acht!
  2. acht!
  3. geacht
  4. achtende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for achten:

NounRelated TranslationsOther Translations
Achten achten; eren
Ehren achten; eren
Erweisen der Ehre achten; eren
VerbRelated TranslationsOther Translations
achten achten; eerbiedigen; hoogachten; hoogschatten; respecteren appreciëren; berekenen; de hemel in prijzen; eer aandoen; eerbied bewijzen; eren; hemelhoog prijzen; hulde bewijzen; huldigen; in acht nemen; in ere houden; ontzien; op prijs stellen; ophemelen; ramen; schatten; sparen; verschonen; waarderen
ehren achten; eerbiedigen; hoogachten; hoogschatten; respecteren appreciëren; de hemel in prijzen; eer aandoen; eer bewijzen; eerbied bewijzen; eerbiedigen; eren; feestelijk onthalen; fuiven; fêteren; hemelhoog prijzen; houden aan; hulde bewijzen; huldigen; in ere houden; lofprijzen; op prijs stellen; ophemelen; waarderen
hochachten achten; eerbiedigen; hoogachten; hoogschatten; respecteren appreciëren; de hemel in prijzen; eer aandoen; eerbied bewijzen; eren; hemelhoog prijzen; hulde bewijzen; huldigen; in ere houden; op prijs stellen; ophemelen; waarderen
hochhalten achten; eerbiedigen; hoogachten; hoogschatten; respecteren appreciëren; hooghouden; in de hoogte houden; in de hoogte steken; in ere houden; omhooghouden; omhoogsteken; op prijs stellen; ophouden; waarderen
hochschätzen achten; eerbiedigen; hoogachten; hoogschatten; respecteren appreciëren; loven; op prijs stellen; prijzen; roemen; vereren; waarderen; zich lovend uitlaten
respektieren achten; eerbiedigen; hoogachten; hoogschatten; respecteren appreciëren; op prijs stellen; waarderen
schätzen achten; eerbiedigen; hoogachten; hoogschatten; respecteren aannemen; aanrekenen; aanwrijven; adviseren; afwegen; appreciëren; bepalen; beramen; berispen; beschuldigen; blameren; geloven; gispen; gissen; gissing maken; iets aanraden; ingeven; inschatten; laken; loven; nadragen; op prijs stellen; overdenken; overwegen; postuleren; prijzen; raden; ramen; roemen; schatten; suggereren; taxeren; uitgaan van; vereren; veronderstellen; verwijten; voor de voeten gooien; voorhouden; vooronderstellen; waarderen; zich lovend uitlaten
verehren achten; eerbiedigen; hoogachten; hoogschatten; respecteren aanbidden; adoreren; appreciëren; doneren; geven; op prijs stellen; schenken; verafgoden; waarderen

Related Words for "achten":


Synonyms for "achten":


Antonyms for "achten":


Related Definitions for "achten":

  1. iets vinden1
    • ik acht hem niet in staat iets slechts te doen1
  2. respect voor hem hebben1
    • ik acht deze rechter heel hoog1

Wiktionary Translations for achten:


Cross Translation:
FromToVia
achten erachten; ansehen deem — to hold as a personal opinion
achten schätzen; ansehen; achten esteem — to regard with respect
achten schätzen; abschätzen; achten; mögen; wertschätzen; würdigen; einschätzen; hochschätzen; hochachten; ehren apprécier — Estimer, évaluer (quelque chose), en fixer la valeur, le prix. (Sens général).

Related Translations for acht