Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. afgieting:


Dutch

Detailed Translations for afgieting from Dutch to German

afgieting:

afgieting [znw.] noun

  1. afgieting (afgietsel; vorm; gietsel)
    die Form; der Guß; der Abdruck; der Gips

Translation Matrix for afgieting:

NounRelated TranslationsOther Translations
Abdruck afgieting; afgietsel; gietsel; vorm afdruk; afdruksel; gietmal; print; uitdraai; vorm
Form afgieting; afgietsel; gietsel; vorm conditie; figuur; gedaante; in vorm zijn; individu; lichaamslijn; mal; modelvorm; omtrek; postuur; shape; silhouet; sjablone; sjabloon; type; verschijning; vorm
Gips afgieting; afgietsel; gietsel; vorm gips; pleister; stuc
Guß afgieting; afgietsel; gietsel; vorm gietmal; gietstuk; glazuur; glazuurwerk; plens; verglaassel; vorm