Dutch
Detailed Translations for begaan from Dutch to German
begaan:
-
begaan (per ongeluk doen)
Conjugations for begaan:
o.t.t.
- bega
- begaat
- begaat
- begaan
- begaan
- begaan
o.v.t.
- beging
- beging
- beging
- begingen
- negingen
- begingen
v.t.t.
- heb begaan
- hebt begaan
- heeft begaan
- hebben begaan
- hebben begaan
- hebben begaan
v.v.t.
- had begaan
- had begaan
- had begaan
- hadden begaan
- hadden begaan
- hadden begaan
o.t.t.t.
- zal begaan
- zult begaan
- zal begaan
- zullen begaan
- zullen begaan
- zullen begaan
o.v.t.t.
- zou begaan
- zou begaan
- zou begaan
- zouden begaan
- zouden begaan
- zouden begaan
diversen
- bega!
- begaat!
- begaan
- begaande
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze