Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. beschikbare:
  2. beschikbaar:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for beschikbare from Dutch to German

beschikbare:


Translation Matrix for beschikbare:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
verfügbar beschikbare beschikbaar; disponibel; vacant; verbuigbaar; vervoegbaar
vorrätig beschikbare aanwezig; in voorraad; op voorraad; voorhanden; voorradig
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
verfügbar beschikbare status
ModifierRelated TranslationsOther Translations
auf Lager beschikbare aanwezig; in voorraad; op voorraad; voorhanden; voorradig
vorhanden beschikbare beschikbaar; disponibel; vacant
zur Verfügung beschikbare

Related Words for "beschikbare":


beschikbaar:


Translation Matrix for beschikbaar:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
frei beschikbaar; disponibel; vacant bandeloos; benaderbaar; frank; genaakbaar; gratis; in vrijheid; kosteloos; ledig; leeg; losbandig; niet belast; onafhankelijk; onbedekt; onbelast; onbelast inkomen; onbewoond; onbezet; ongebonden; ongebreideld; ongehinderd; ongemoeid; ongestoord; onoverdekt; onverplicht; onverstoord; open; pro deo; rechttoe; spontaan; toegankelijk; uit vrije wil; voor niets; vrij; vrij van schulden; vrijuit; vrijwillig; zonder kosten
verfügbar beschikbaar; disponibel; vacant beschikbare; verbuigbaar; vervoegbaar
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
verfügbar beschikbare status
ModifierRelated TranslationsOther Translations
vorhanden beschikbaar; disponibel; vacant beschikbare
vorliegend beschikbaar onderhavig; voorliggend
zur Verfügung stehend beschikbaar; disponibel; vacant

Related Words for "beschikbaar":


Related Definitions for "beschikbaar":

  1. waar je gebruik van kunt maken1
    • is er hier een boormachine beschikbaar?1

Wiktionary Translations for beschikbaar:

beschikbaar
adjective
  1. waarover beschikt kan worden
beschikbaar
adjective
  1. so, dass es (meist käuflich) zu erhalten, zu bekommen ist
  2. zur Verfügung stehend, so dass man darüber verfügen, es verändern oder vernichten kann
verb
  1. dafür sorgen, dass jemand etwas benutzen kann; jemanden etwas zur Verfügung bereithalten

Cross Translation:
FromToVia
beschikbaar verfügbar; disponibel available — capable of being used
beschikbaar verfügbar; erhältlich; disponibel available — readily obtainable
beschikbaar unerreichbar unavailable — not available