Dutch

Detailed Translations for beschonkenheid from Dutch to German

beschonkenheid:

beschonkenheid [znw.] noun

  1. beschonkenheid
    die Betrunkenheit; die Besoffenheit

Translation Matrix for beschonkenheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
Besoffenheit beschonkenheid dronkenschap
Betrunkenheit beschonkenheid dronkenschap

Related Words for "beschonkenheid":


beschonkenheid form of beschonken:


Translation Matrix for beschonken:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
angeheitert aangeschoten; beneveld; beschonken; teut; tipsy bezet; druk; drukbezet
angesäuselt aangeschoten; beneveld; beschonken; teut; tipsy
benebelt aangeschoten; beneveld; beschonken; teut; tipsy bedwelmd; ladderzat; laveloos; onder invloed; smoordronken; stomdronken; straalbezopen; verdoofd
berauscht aangeschoten; beneveld; beschonken; teut; tipsy bedwelmd; onder invloed; verdoofd
besoffen aangeschoten; beneveld; beschonken; bezopen; dronken; ladderzat; teut; tipsy; zat bezopen; ladderzat; laveloos; smoordronken; stomdroken; stomdronken; straalbezopen
besäuselt aangeschoten; beneveld; beschonken; teut; tipsy
betrunken aangeschoten; beneveld; beschonken; bezopen; dronken; ladderzat; teut; tipsy; zat ladderzat; laveloos; smoordronken; stomdronken; straalbezopen
blau aangeschoten; beneveld; beschonken; bezopen; dronken; ladderzat; teut; tipsy; zat blauw; ladderzat; laveloos; smoordronken; stomdronken; straalbezopen
duselig aangeschoten; beneveld; beschonken; teut; tipsy bedwelmd; daas; doezelig; dof; dommelig; geesteloos; lodderig; mat; onder invloed; slaperig; soezerig; soezig; suf; suffig; verdoofd; versuft
schwer betrunken aangeschoten; beneveld; beschonken; bezopen; dronken; ladderzat; teut; tipsy; zat
sinnlos betrunken beschonken; bezopen; dronken; ladderzat; zat ladderzat; laveloos; smoordronken; stomdronken; straalbezopen
stock besoffen aangeschoten; beneveld; beschonken; teut; tipsy
stock betrunken aangeschoten; beneveld; beschonken; teut; tipsy
stockbesoffen beschonken; bezopen; dronken; ladderzat; zat ladderzat; laveloos; smoordronken; stomdronken; straalbezopen; toeter
stockbetrunken beschonken; bezopen; dronken; ladderzat; zat ladderzat; laveloos; smoordronken; stomdronken; straalbezopen
voll aangeschoten; beneveld; beschonken; teut; tipsy gevuld; ladderzat; laveloos; meer dan genoeg; op elkaar gepakt; opeengepakt; opgepropt; opgevuld; smoordronken; stomdronken; straalbezopen; verzadigd; vol; volgegeten; volgestopt; zat
völlig betrunken aangeschoten; beneveld; beschonken; bezopen; dronken; ladderzat; teut; tipsy; zat ladderzat; laveloos; smoordronken; stomdronken; straalbezopen

Related Words for "beschonken":


Wiktionary Translations for beschonken:

beschonken
adjective
  1. onder invloed van alcohol

Cross Translation:
FromToVia
beschonken betrunken; besoffen drunk — intoxicated after drinking too much alcohol
beschonken betrunken drunken — In the state of alcoholic intoxication
beschonken berauscht; trunken; betrunken ivre — Qui a le cerveau troubler par l’effet des boissons fermenter, par l’alcool, etc.