Dutch
Detailed Translations for besluiteloos zijn from Dutch to German
besluiteloos zijn:
besluiteloos zijn verb (ben besluitloos, bent besluitloos, is besluitloos, was besluitloos, waren besluitloos, besluitloos geweest)
-
besluiteloos zijn
Conjugations for besluiteloos zijn:
o.t.t.
- ben besluitloos
- bent besluitloos
- is besluitloos
- zijn besluitloos
- zijn besluitloos
- zijn besluitloos
o.v.t.
- was besluitloos
- was besluitloos
- was besluitloos
- waren besluitloos
- waren besluitloos
- waren besluitloos
v.t.t.
- ben besluitloos geweest
- bent besluitloos geweest
- is besluitloos geweest
- zijn besluitloos geweest
- zijn besluitloos geweest
- zijn besluitloos geweest
v.v.t.
- was besluitloos geweest
- was besluitloos geweest
- was besluitloos geweest
- waren besluitloos geweest
- waren besluitloos geweest
- waren besluitloos geweest
o.t.t.t.
- zal besluiteloos zijn
- zult besluiteloos zijn
- zal besluiteloos zijn
- zullen besluiteloos zijn
- zullen besluiteloos zijn
- zullen besluiteloos zijn
o.v.t.t.
- zou besluiteloos zijn
- zou besluiteloos zijn
- zou besluiteloos zijn
- zouden besluiteloos zijn
- zouden besluiteloos zijn
- zouden besluiteloos zijn
diversen
- ben besluitloos!
- besluitloos geweest
- besluitloos zijnde
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for besluiteloos zijn:
Verb | Related Translations | Other Translations |
unentschlossen sein | besluiteloos zijn | |
unschlüssig sein | besluiteloos zijn | aarzelen; dubben; talmen; weifelen |