Dutch
Detailed Translations for charteer from Dutch to German
charteren:
-
charteren (huren)
-
charteren
Conjugations for charteren:
o.t.t.
- charteer
- charteert
- charteert
- charteren
- charteren
- charteren
o.v.t.
- charteerde
- charteerde
- charteerde
- charteerden
- charteerden
- charteerden
v.t.t.
- heb gecharteerd
- hebt gecharteerd
- heeft gecharteerd
- hebben gecharteerd
- hebben gecharteerd
- hebben gecharteerd
v.v.t.
- had gecharteerd
- had gecharteerd
- had gecharteerd
- hadden gecharteerd
- hadden gecharteerd
- hadden gecharteerd
o.t.t.t.
- zal charteren
- zult charteren
- zal charteren
- zullen charteren
- zullen charteren
- zullen charteren
o.v.t.t.
- zou charteren
- zou charteren
- zou charteren
- zouden charteren
- zouden charteren
- zouden charteren
en verder
- ben gecharteerd
- bent gecharteerd
- is gecharteerd
- zijn gecharteerd
- zijn gecharteerd
- zijn gecharteerd
diversen
- charteer!
- charteert!
- gecharteerd
- charterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for charteren:
Verb | Related Translations | Other Translations |
einmieten | charteren; huren | betrekken; kuilen |
mieten | charteren; huren | afhuren; verpachten |
pachten | charteren; huren | pachten |
Other | Related Translations | Other Translations |
Charterung | charteren |