Home ->Dictionaries ->Dutch/German ->Translate contexten

Translate contexten from Dutch to German

Summary

Dutch to German: more detail...

contexten:
- Zusammenhänge; Kontext; Verträge; Verbände; Textverbände
context:
- Zusammenhang; Kontext; Satzverknüpfung
Wiktionary:
- context → Kontext, Zusammenhang

Dutch

Detailed Translations for contexten from Dutch to German

contexten:

contexten [de ~] noun, plural

de contexten (zinsverbanden; samenhangen; verbanden)
der Zusammenhänge; der Kontext
- Zusammenhänge [der ~] noun
- Kontext [der ~] noun
de contexten (tekstverbanden)
der Verträge; der Verbände; der Zusammenhänge; die Textverbände
- Verträge [der ~] noun
- Verbände [der ~] noun
- Zusammenhänge [der ~] noun
- Textverbände [die ~] noun

Translation Matrix for contexten:

Noun	Related Translations	Other Translations
Kontext	contexten; samenhangen; verbanden; zinsverbanden	band; context; correlatie; omstandigheden; relatie; samenhang; tekstverband; verband; verbinding; zinsverband
Textverbände	contexten; tekstverbanden
Verbände	contexten; tekstverbanden	bonden; federaties; liga's; linken; unies; verbanden; verenigingen van staten; vereningingen van bedrijven; zwachtels
Verträge	contexten; tekstverbanden	akkoorden; contracten; overeenstemmingen; traktaten
Zusammenhänge	contexten; samenhangen; tekstverbanden; verbanden; zinsverbanden

Related Words for "contexten":

context

contexten form of context:

context [de ~ (m)] noun

de context (omstandigheden)
der Zusammenhang; der Kontext; die Satzverknüpfung
- Zusammenhang [der ~] noun
- Kontext [der ~] noun
- Satzverknüpfung [die ~] noun
de context (zinsverband)
der Kontext; der Zusammenhang
- Kontext [der ~] noun
- Zusammenhang [der ~] noun
de context
der Kontext
- Kontext [der ~] noun

Translation Matrix for context:

Noun	Related Translations	Other Translations
Kontext	context; omstandigheden; tekstverband; zinsverband	band; contexten; correlatie; relatie; samenhang; samenhangen; verband; verbanden; verbinding; zinsverbanden
Satzverknüpfung	context; omstandigheden
Zusammenhang	context; omstandigheden; tekstverband; zinsverband	aansluiting; band; connectie; correlatie; liaison; link; onderling verband; relatie; samenhang; schakel; verband; verbinding; verwantschap

Related Words for "context":

contexten

Wiktionary Translations for context:

Cross Translation:

From	To	Via
• context	→ Kontext	↔ context — text in which a word appears
• context	→ Zusammenhang; Kontext	↔ context — circumstances or settings
• context	→ Kontext	↔ setting — time, place, circumstance