Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. deficiënt:


Dutch

Detailed Translations for deficiënt from Dutch to German

deficiënt:

deficiënt adj

  1. deficiënt

Translation Matrix for deficiënt:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
defekt deficiënt aan stukken; beschadigd; buiten gebruik; defect; gebarsten; gebroken; in stukken; kapot; onklaar; stuk; verbroken
defizient deficiënt

Related Words for "deficiënt":

  • deficiënte