Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. doodsteken:


Dutch

Detailed Translations for doodstaken from Dutch to German

doodsteken:

doodsteken verb (steek dood, steekt dood, stak dood, staken dood, doodgestoken)

  1. doodsteken (overhoopsteken; neersteken)
    niederstechen; totstechen; erstechen

Conjugations for doodsteken:

o.t.t.
  1. steek dood
  2. steekt dood
  3. steekt dood
  4. steken dood
  5. steken dood
  6. steken dood
o.v.t.
  1. stak dood
  2. stak dood
  3. stak dood
  4. staken dood
  5. staken dood
  6. staken dood
v.t.t.
  1. heb doodgestoken
  2. hebt doodgestoken
  3. heeft doodgestoken
  4. hebben doodgestoken
  5. hebben doodgestoken
  6. hebben doodgestoken
v.v.t.
  1. had doodgestoken
  2. had doodgestoken
  3. had doodgestoken
  4. hadden doodgestoken
  5. hadden doodgestoken
  6. hadden doodgestoken
o.t.t.t.
  1. zal doodsteken
  2. zult doodsteken
  3. zal doodsteken
  4. zullen doodsteken
  5. zullen doodsteken
  6. zullen doodsteken
o.v.t.t.
  1. zou doodsteken
  2. zou doodsteken
  3. zou doodsteken
  4. zouden doodsteken
  5. zouden doodsteken
  6. zouden doodsteken
en verder
  1. ben doodgestoken
  2. bent doodgestoken
  3. is doodgestoken
  4. zijn doodgestoken
  5. zijn doodgestoken
  6. zijn doodgestoken
diversen
  1. steek dood!
  2. steekt dood!
  3. doodgestoken
  4. doodstekend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for doodsteken:

VerbRelated TranslationsOther Translations
erstechen doodsteken; neersteken; overhoopsteken doordringen; penetreren
niederstechen doodsteken; neersteken; overhoopsteken overhoop steken
totstechen doodsteken; neersteken; overhoopsteken

Related Words for "doodsteken":