Summary
Dutch to German: more detail...
- doorgesneden:
- doorsnijden:
-
Wiktionary:
- doorsnijden → sezieren, zerlegen, zergliedern
Dutch
Detailed Translations for doorgesneden from Dutch to German
doorgesneden:
-
doorgesneden
Translation Matrix for doorgesneden:
Modifier | Related Translations | Other Translations |
durchgeschnitten | doorgesneden |
doorgesneden form of doorsnijden:
-
doorsnijden
Conjugations for doorsnijden:
o.t.t.
- snijd door
- snijdt door
- snijdt door
- snijden door
- snijden door
- snijden door
o.v.t.
- sneed door
- sneed door
- sneed door
- sneden door
- sneden door
- sneden door
v.t.t.
- heb doorgesneden
- hebt doorgesneden
- heeft doorgesneden
- hebben doorgesneden
- hebben doorgesneden
- hebben doorgesneden
v.v.t.
- had doorgesneden
- had doorgesneden
- had doorgesneden
- hadden doorgesneden
- hadden doorgesneden
- hadden doorgesneden
o.t.t.t.
- zal doorsnijden
- zult doorsnijden
- zal doorsnijden
- zullen doorsnijden
- zullen doorsnijden
- zullen doorsnijden
o.v.t.t.
- zou doorsnijden
- zou doorsnijden
- zou doorsnijden
- zouden doorsnijden
- zouden doorsnijden
- zouden doorsnijden
en verder
- is doorgesneden
- zijn doorgesneden
diversen
- snijd door!
- snijdt door!
- doorgesneden
- doorsnijdend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for doorsnijden:
Verb | Related Translations | Other Translations |
durchschneiden | doorsnijden | doorhakken; doorhouwen; doorklieven; doorknippen; doormidden hakken; in tweeën houwen; klieven; kloven |
teilen | doorsnijden | delen; doorknippen; ontknopen; ontraadselen; ontrafelen; ontwarren; opdelen; oplossen; opsplitsen; ronddelen; rondgeven; rondreiken; scheiden; splitsen; uit de war halen; uit elkaar halen; uitdelen; uiteenhalen; uitreiken; verdelen |
Wiktionary Translations for doorsnijden:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• doorsnijden | → sezieren; zerlegen; zergliedern | ↔ sectionner — diviser en plusieurs parties ou sections. |