Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. duplicaat:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for duplicaat from Dutch to German

duplicaat:

duplicaat [het ~] noun

  1. het duplicaat (kopie)
    die Kopie; Duplikat; die Abschrift; die Nachbildung; die Vervielfältigung; Doppel; die Zweitschrift

Translation Matrix for duplicaat:

NounRelated TranslationsOther Translations
Abschrift duplicaat; kopie afschrift; fotokopie; kopie; transcript; transcriptie
Doppel duplicaat; kopie dubbelspel
Duplikat duplicaat; kopie copie; tweevoud
Kopie duplicaat; kopie copie
Nachbildung duplicaat; kopie aanfok; fok; fokkerij; teelt; telen; uitbeelding; veefokkerij; verbouw; verpersonificatie; vertolking; voortbrenging; voortplanting
Vervielfältigung duplicaat; kopie verdubbeling
Zweitschrift duplicaat; kopie
- kopie

Related Words for "duplicaat":

  • duplicaten

Synonyms for "duplicaat":


Related Definitions for "duplicaat":

  1. tweede exemplaar van iets1
    • heb je nog een duplicaat van die brief?1

Wiktionary Translations for duplicaat:

duplicaat
noun
  1. een identiek tweede exemplaar van iets