Dutch
Detailed Translations for eruit nemen from Dutch to German
eruit nemen:
-
eruit nemen
ausnehmen; herausnehmen-
herausnehmen verb (nehme heraus, nimmst heraus, nimmt heraus, nahm heraus, nahmt heraus, herausgenommen)
Conjugations for eruit nemen:
o.t.t.
- neem eruit
- neemt eruit
- neemt eruit
- nemen eruit
- nemen eruit
- nemen eruit
o.v.t.
- nam eruit
- nam eruit
- nam eruit
- namen eruit
- namen eruit
- namen eruit
v.t.t.
- heb eruit genomen
- hebt eruit genomen
- heeft eruit genomen
- hebben eruit genomen
- hebben eruit genomen
- hebben eruit genomen
v.v.t.
- had eruit genomen
- had eruit genomen
- had eruit genomen
- hadden eruit genomen
- hadden eruit genomen
- hadden eruit genomen
o.t.t.t.
- zal eruit nemen
- zult eruit nemen
- zal eruit nemen
- zullen eruit nemen
- zullen eruit nemen
- zullen eruit nemen
o.v.t.t.
- zou eruit nemen
- zou eruit nemen
- zou eruit nemen
- zouden eruit nemen
- zouden eruit nemen
- zouden eruit nemen
en verder
- ben eruit genomen
- bent eruit genomen
- is eruit genomen
- zijn eruit genomen
- zijn eruit genomen
- zijn eruit genomen
diversen
- neem eruit!
- neemt eruit!
- eruit genomen
- eruit nemend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for eruit nemen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
ausnehmen | eruit nemen | beroven; kaken; ledigen; leeghalen; leegmaken; lenen; loshalen; naar buiten halen; ontdoen; ontlenen; plunderen; uitbuiten; uithalen; uitklokken; uitknijpen; uitpersen; uitsnijden; uitzuigen; verneuken; vis kaken |
herausnehmen | eruit nemen | ledigen; leeghalen; leegmaken; legen; lenen; loshalen; naar buiten halen; ontlenen; uithalen; uitnemen |