Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. gestrengheid:
  2. gestreng:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for gestrengheid from Dutch to German

gestrengheid:

gestrengheid [de ~ (v)] noun

  1. de gestrengheid (strengheid; onverbiddelijkheid)
    die Strenge; die Unerbittlichkeit

Translation Matrix for gestrengheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
Strenge gestrengheid; onverbiddelijkheid; strengheid
Unerbittlichkeit gestrengheid; onverbiddelijkheid; strengheid

Related Words for "gestrengheid":


gestreng:

gestreng adj

  1. gestreng (niet toegevend; streng)

Translation Matrix for gestreng:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
herrisch gestreng; niet toegevend; streng bazig; heerszuchtig; onverbiddelijk; onverbiddelijke; onvermurwbaar; overheersend
stark gestreng; niet toegevend; streng agressief; breed; dapper; dik; dikwijls; erg; fantastisch; fel; ferm; flink; fors; frequent; fysiek sterk; gaaf; geducht; gewelddadig; geweldig; gigantisch; grandioos; groots; heftig; heldhaftig; heroïsch; hevig; immens; in details; in hoge mate; kloek; kolossaal; krachtig; lijvig; magnifiek; massief; meermaals; menigmaal; mieters; moedig; niet hol; onverschrokken; potig; regelmatig; reusachtig; schitterend; stabiel; sterk; stevig; stout; stoutmoedig; tof; uit de kluiten gewassen; uitgewerkt; uitnemend; uitstekend; vaak; veelvuldig; vet; voortreffelijk; zeer groot; zwaar van lijf
streng gestreng; niet toegevend; streng hard; hardop; houterig; keihard; koud; laag van temperatuur; luid; onvermurwbaar; oorverdovend; pittig; stijf; stijve; straf; stram; streng; strikt; stringent; stroef; volgens de regels

Related Words for "gestreng":


Wiktionary Translations for gestreng:

gestreng
Cross Translation:
FromToVia
gestreng rigoros rigoureux — Qui faire preuve de rigueur, qui est d’une sévérité inflexible.