Dutch
Detailed Translations for griezeltje from Dutch to German
griezeltje:
Translation Matrix for griezeltje:
Noun | Related Translations | Other Translations |
Ekel | engerd; griezel; griezeltje | afgrijzen; deugniet; ellendeling; fielt; geitenbreier; gruwen; guit; hork; kinkel; klier; kreng; lomperd; mispunt; naarling; proleet; rakker; rotzak; schoft; schurk; smeerlap; smiecht; snaak; stinkerd; stuk ongeluk; vlegel; walging; weerzin; zeikerd; zemel; zeur; zeurkous; zeurpiet |
Fiesling | engerd; griezel; griezeltje | |
Scheusal | engerd; griezel; griezeltje | boef; fielt; gedrocht; guitigheid; lelijkerd; misbaksel; monster; mormel; ondeugd; schobbejak; schurk; wangedrocht; wanschepsel |
widerlicher Mensch | engerd; griezel; griezeltje |
Related Words for "griezeltje":
griezeltje form of griezel:
-
de griezel (engerd; griezeltje)
Translation Matrix for griezel:
Noun | Related Translations | Other Translations |
Ekel | engerd; griezel; griezeltje | afgrijzen; deugniet; ellendeling; fielt; geitenbreier; gruwen; guit; hork; kinkel; klier; kreng; lomperd; mispunt; naarling; proleet; rakker; rotzak; schoft; schurk; smeerlap; smiecht; snaak; stinkerd; stuk ongeluk; vlegel; walging; weerzin; zeikerd; zemel; zeur; zeurkous; zeurpiet |
Fiesling | engerd; griezel; griezeltje | |
Scheusal | engerd; griezel; griezeltje | boef; fielt; gedrocht; guitigheid; lelijkerd; misbaksel; monster; mormel; ondeugd; schobbejak; schurk; wangedrocht; wanschepsel |
widerlicher Mensch | engerd; griezel; griezeltje |