Dutch
Detailed Translations for haven from Dutch to German
haven:
-
de haven (toevluchthaven; toevluchtsoord; uitwijkplaats; asiel; vluchtoord; wijkplaats; vluchthaven; verbergplaats)
Versteck; Schlupfloch; die Ausweichstelle; der Schlupfwinkel; die Zuflucht; der Unterschlupf; Asyl; die Zufluchtstätte; der Luftschutzraum; der Zufluchtsort; die Unterkunft
Translation Matrix for haven:
Related Words for "haven":
Wiktionary Translations for haven:
have:
-
de have (eigendom; bezittingen; goederen; bezit)
Translation Matrix for have:
Noun | Related Translations | Other Translations |
Besitztum | bezit; bezittingen; eigendom; goederen; have | activa; baten; bezit; bezitting; boedel; huisraad; inboedel; tegoed |
Eigentum | bezit; bezittingen; eigendom; goederen; have | activa; baten; bezit; bezitting; boedel; huisraad; inboedel; tegoed |
Recht | bezit; bezittingen; eigendom; goederen; have | bevoegdheid; eigenschap van rechtvaardigheid; gelijk; gerechtigheid; gewoonterecht; recht; rechtvaardigheid |
Related Words for "have":
External Machine Translations: