Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. huis-aan-huis verkoper:


Dutch

Detailed Translations for huis-aan-huis verkoper from Dutch to German

huis-aan-huis verkoper:

huis-aan-huis verkoper [znw.] noun

  1. huis-aan-huis verkoper
    der Vertreter; der Hausierer

Translation Matrix for huis-aan-huis verkoper:

NounRelated TranslationsOther Translations
Hausierer huis-aan-huis verkoper colporteur; huis aan huis verkoper; marskramer; scharrelaar; venter
Vertreter huis-aan-huis verkoper afgevaardigde; commis-voyageur; gecommitteerde; gedelegeerde; gedeputeerde; handelsreiziger; mandekker; plaatsvervanger; representant; verdediger; verkoopagent; verkoper; vertegenwoordiger; zaakgelastigde

Related Translations for huis-aan-huis verkoper