Verb | Related Translations | Other Translations |
hineinstopfen
|
ineen duwen; proppen
|
bikken; binnenkrijgen; binnenproppen; brassen; bunkeren; consumeren; eten; iemand instoppen; inproppen; instoppen; naar binnen werken; nuttigen; opeten; opslokken; schransen; schrokken; slempen; tegoed doen; toedekken; tot zich nemen; verorberen; voleten; volproppen; volschransen; volstoppen; volvreten; vreten; zitten proppen; zwelgen
|
pfropfen
|
ineen duwen; proppen
|
brassen; schransen; slempen; voleten; volproppen; volschransen; volstoppen; volvreten; vreten; zwelgen
|
stopfen
|
ineen duwen; proppen
|
bikken; binnenkrijgen; brassen; breeuwen; bunkeren; consumeren; dichten; eten; gaten dichten; gaten stoppen; mazen; naar binnen werken; nuttigen; onbeschoft eten; opeten; opslokken; schransen; schrokken; slempen; stoppen; tegoed doen; tot constipatie leiden; tot zich nemen; verorberen; voleten; volproppen; volschransen; volstoppen; volvreten; vreten; zitten proppen; zwelgen
|
vollstopfen
|
ineen duwen; proppen
|
brassen; goed vullen; schransen; slempen; voleten; volproppen; volschransen; volstoppen; volvreten; volzetten; vreten; zwelgen
|