Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. kaalheid:
  2. kaal:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for kaalheid from Dutch to German

kaalheid:

kaalheid [de ~ (v)] noun

  1. de kaalheid
    die Kahlköpfigkeit; die Kahlheit; die Nacktheit

Translation Matrix for kaalheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
Kahlheit kaalheid haarloosheid; kaalhoofdigheid; kaalte
Kahlköpfigkeit kaalheid haarloosheid; kaalhoofdigheid; kaalte
Nacktheit kaalheid naaktheid

Related Words for "kaalheid":


Wiktionary Translations for kaalheid:


Cross Translation:
FromToVia
kaalheid Glatzköpfigkeit; Glatze baldness — The state of being bald

kaal:


Translation Matrix for kaal:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
- kale
ModifierRelated TranslationsOther Translations
glatzköpfig kaal; onbehaard; zonder haar
haarlos kaal; onbehaard; zonder haar
kahl kaal; onbehaard; zonder haar kaalhoofdig; koud; laag van temperatuur; ontbladerd
rauh kaal; ongastvrij; onherbergzaam; ruig; steriel hard; hardhandig; houterig; koud; laag van temperatuur; niet glad; onzacht; ruige; ruw; stijf; stijve; stram; stroef
ungastlich kaal; ongastvrij; onherbergzaam; ruig; steriel
unwirtlich kaal; ongastvrij; onherbergzaam; ruig; steriel

Related Words for "kaal":


Wiktionary Translations for kaal:

kaal
adjective
  1. zonder of met heel weinig hoofdhaar, veren, bladeren, begroeiing, enzovoort

Cross Translation:
FromToVia
kaal glatzköpfig; kahl bald — having no hair
kaal kahl callow — Bald
kaal kahlköpfig; glatzköpfig chauve — Qui n’a plus de cheveux