Home ->Dictionaries ->Dutch/German ->Translate kleinhartigheid

Translate kleinhartigheid from Dutch to German

Summary

Dutch to German: more detail...

kleinhartigheid:
- Feigheit; Ängstlichkeit; Feigherzigkeit
kleinhartig:
- kleinkariert; kleinbürgerlich; spießbürgerlich

Dutch

Detailed Translations for kleinhartigheid from Dutch to German

kleinhartigheid:

kleinhartigheid [znw.] noun

kleinhartigheid (lafheid)
die Feigheit; die Ängstlichkeit; die Feigherzigkeit
- Feigheit [die ~] noun
- Ängstlichkeit [die ~] noun
- Feigherzigkeit [die ~] noun

Translation Matrix for kleinhartigheid:

Noun	Related Translations	Other Translations
Feigheit	kleinhartigheid; lafheid
Feigherzigkeit	kleinhartigheid; lafheid
Ängstlichkeit	kleinhartigheid; lafheid	angst; bangheid; beduchtheid; beschroomdheid; bevreesdheid; schroom; schroomvalligheid; vrees

Related Words for "kleinhartigheid":

kleinhartig

kleinhartig:

kleinhartig adj

kleinhartig (kleinburgerlijk; kneuterig)
kleinkariert; kleinbürgerlich; spießbürgerlich
- kleinkariert adj
- kleinbürgerlich adj
- spießbürgerlich adj

Translation Matrix for kleinhartig:

Modifier	Related Translations	Other Translations
kleinbürgerlich	kleinburgerlijk; kleinhartig; kneuterig	bekrompen; benepen; bourgeois; burgerlijk; burgermannetjesachtig; kleinburgerlijk; kleingeestig; kleinsteeds; kleinzielig; kneuterig
kleinkariert	kleinburgerlijk; kleinhartig; kneuterig	bekrompen; benepen; kleinburgerlijk; kleingeestig; kleinzielig; knijperig
spießbürgerlich	kleinburgerlijk; kleinhartig; kneuterig	bekrompen; kleinburgerlijk

Related Words for "kleinhartig":

kleinhartigheid, kleinhartige