Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. knaapje:
  2. knaap:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for knaapje from Dutch to German

knaapje:

knaapje [het ~] noun

  1. het knaapje (klerenhanger; hanger)
    der Kleiderbügel; der Halter; der Bügel
  2. het knaapje (kleerhanger)
    der Kleiderbügel; der Hänger; der Halter; der Aufhänger

Translation Matrix for knaapje:

NounRelated TranslationsOther Translations
Aufhänger kleerhanger; knaapje haak; ophanghaak; ophanghaken; ophangvoorziening
Bügel hanger; klerenhanger; knaapje beugel; stijgbeugel; voetbeugel
Halter hanger; kleerhanger; klerenhanger; knaapje houder; licentiehouder; penhouder; vergunninghouder
Hänger kleerhanger; knaapje
Kleiderbügel hanger; kleerhanger; klerenhanger; knaapje

Related Words for "knaapje":


knaap:

knaap [de ~ (m)] noun

  1. de knaap (joekel; gevaarte; kanjer; )
    Monstrum; Ungetüm; der Koloß; der Riese

Translation Matrix for knaap:

NounRelated TranslationsOther Translations
Koloß gevaarte; joekel; kanjer; knaap; knoert; kokker; kokkerd; loei
Monstrum gevaarte; joekel; kanjer; knaap; knoert; kokker; kokkerd; loei bakbeest; gevaarte; kolos
Riese gevaarte; joekel; kanjer; knaap; knoert; kokker; kokkerd; loei gigant; groot exemplaar; joekel; knoert; reus; titaan
Ungetüm gevaarte; joekel; kanjer; knaap; knoert; kokker; kokkerd; loei bakbeest; gedrocht; gevaarte; kolos; misbaksel; monster; mormel; ondier; wangedrocht; wanschepsel

Related Words for "knaap":


Wiktionary Translations for knaap:

knaap
noun
  1. jongen, jongeman
knaap
noun
  1. gehoben, veraltend, süddeutsch: Kind männlichen Geschlechts
  2. männliches Kind
  3. junger Mann; Junge
  4. männliches Kind

Cross Translation:
FromToVia
knaap Junge; Knabe; Bube boy — young male
knaap Kerl boy — adult male found attractive
knaap Knabe; Knappe knave — archaic: boy; especially, boy servant