Dutch
Detailed Translations for koeler from Dutch to German
koel:
-
koel (afstandelijk; koud)
kalt; gleichgültig; cool; kaltherzig; fröstelnd-
kalt adj
-
gleichgültig adj
-
cool adj
-
kaltherzig adj
-
fröstelnd adj
-
-
koel (fris; luchtig)
-
koel (onaangedaan; koud; onbewogen; onberoerd)
-
koel (zakelijk; nuchter)
-
koel (fris; frisjes)
-
koel (terughoudend; gereserveerd; ingetogen; gesloten; terughoudende; geheimzinnig)
-
koel (fris)
-
koel (gekoeld)
-
koel (koudmakend)
Translation Matrix for koel:
Related Words for "koel":
External Machine Translations: