Verb | Related Translations | Other Translations |
fälschen
|
kopie maken; kopiëren
|
falsificeren; kopie trekken; kopiëren; nabootsen; namaken; reproduceren; verdubbelen; vermenigvuldigen; vervalsen
|
imitieren
|
kopie maken; kopiëren
|
falsificeren; imiteren; kopiëren; nabootsen; nadoen; namaken; navolgen; vervalsen
|
kopieren
|
kopie maken; kopiëren
|
fotokopiëren; imiteren; kopiëren; nabootsen; nadoen; namaken; navolgen; overschrijven; reproduceren; stencilen
|
nachahmen
|
kopie maken; kopiëren
|
imiteren; kopie trekken; kopiëren; nabootsen; nadoen; namaken; navolgen; naäpen
|
nachbilden
|
kopie maken; kopiëren
|
dupliceren; falsificeren; fotokopiëren; imiteren; kopie trekken; kopiëren; multipliceren; nabootsen; nadoen; namaken; navolgen; reproduceren; vervalsen
|
nachmachen
|
kopie maken; kopiëren
|
falsificeren; imiteren; kopie trekken; kopiëren; nabootsen; nadoen; namaken; navolgen; naäpen; vervalsen
|
vervielfältigen
|
kopie maken; kopiëren
|
dupliceren; falsificeren; kopie trekken; kopiëren; multipliceren; nabootsen; namaken; reproduceren; stencilen; verdubbelen; vermenigvuldigen; vervalsen; verveelvoudigen
|