Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. korsten:
  2. korst:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for korsten from Dutch to German

korsten:

korsten verb (korst, korstte, korstten, gekorst)

  1. korsten

Conjugations for korsten:

o.t.t.
  1. korst
  2. korst
  3. korst
  4. korsten
  5. korsten
  6. korsten
o.v.t.
  1. korstte
  2. korstte
  3. korstte
  4. korstten
  5. korstten
  6. korstten
v.t.t.
  1. heb gekorst
  2. hebt gekorst
  3. heeft gekorst
  4. hebben gekorst
  5. hebben gekorst
  6. hebben gekorst
v.v.t.
  1. had gekorst
  2. had gekorst
  3. had gekorst
  4. hadden gekorst
  5. hadden gekorst
  6. hadden gekorst
o.t.t.t.
  1. zal korsten
  2. zult korsten
  3. zal korsten
  4. zullen korsten
  5. zullen korsten
  6. zullen korsten
o.v.t.t.
  1. zou korsten
  2. zou korsten
  3. zou korsten
  4. zouden korsten
  5. zouden korsten
  6. zouden korsten
en verder
  1. heb gekorst
  2. hebt gekorst
  3. heeft gekorst
  4. hebben gekorst
  5. hebben gekorst
  6. hebben gekorst
diversen
  1. korst!
  2. korst!
  3. gekorst
  4. korstend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

korsten [de ~] noun, plural

  1. de korsten (wondkorsten; roven)
    der Schorfe

Translation Matrix for korsten:

NounRelated TranslationsOther Translations
Schorfe korsten; roven; wondkorsten
VerbRelated TranslationsOther Translations
schorfig werden korsten

Related Words for "korsten":


korst:

korst [de ~] noun

  1. de korst (wondkorst; roof)
    die Kruste; der Schorf; die Borke

Translation Matrix for korst:

NounRelated TranslationsOther Translations
Borke korst; roof; wondkorst bast; korstje; schors; stukje schors
Kruste korst; roof; wondkorst korstje
Schorf korst; roof; wondkorst korstje

Related Words for "korst":


Wiktionary Translations for korst:

korst
noun
  1. een harde buitenste laag om iets dat verder relatief zacht is

Cross Translation:
FromToVia
korst Kruste crust — any solid, hard surface layer
korst Kruste crust — outermost layer of a planet
korst Kruste crust — outer layer of bread
korst Scherzl; Ranft; Knust; Knapp; Kanten; Anschnitt; Abschnitt heel — end-piece of a loaf of bread
korst Schorf scab — incrustation over a wound
korst Kruste; Rinde croûte — Pellicule solide couvrant une partie plus molle.