Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. mijnwerkers:
  2. mijnwerker:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for mijnwerkers from Dutch to German

mijnwerkers:

mijnwerkers [de ~] noun, plural

  1. de mijnwerkers (kompels)
    der Bergbauarbeiter; die Bergbauleute; der Bergleute

Translation Matrix for mijnwerkers:

NounRelated TranslationsOther Translations
Bergbauarbeiter kompels; mijnwerkers
Bergbauleute kompels; mijnwerkers
Bergleute kompels; mijnwerkers

Related Words for "mijnwerkers":


mijnwerker:

mijnwerker [de ~ (m)] noun

  1. de mijnwerker (kompel)
    der Grubenarbeiter; der Kumpel; der Bergarbeiter; der Bergmann
  2. de mijnwerker
    der Bergarbeiter

Translation Matrix for mijnwerker:

NounRelated TranslationsOther Translations
Bergarbeiter kompel; mijnwerker
Bergmann kompel; mijnwerker
Grubenarbeiter kompel; mijnwerker
Kumpel kompel; mijnwerker compaan; compagnon; gabber; gezel; gezellin; kameraad; kameraadje; kerel; kompaan; kornuit; maat; maatje; makker; man; manspersoon; pal; partner; spitsbroeder; vent; vriend; vriendje

Related Words for "mijnwerker":


Wiktionary Translations for mijnwerker:

mijnwerker
noun
  1. een persoon die werkzaam is in de mijnbouw

Cross Translation:
FromToVia
mijnwerker Bergarbeiter; Bergmann miner — a person who works in a mine
mijnwerker Bergmann mineur — Celui qui travaille à l’exploitation d’une mine