Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. moeilijker maken:


Dutch

Detailed Translations for moeilijker maken from Dutch to German

moeilijker maken:

moeilijker maken verb (maak moeilijker, maakt moeilijker, maakte moeilijker, maakten moeilijker, moeilijker gemaakt)

  1. moeilijker maken (bemoeilijken; zwaarder maken)

Conjugations for moeilijker maken:

o.t.t.
  1. maak moeilijker
  2. maakt moeilijker
  3. maakt moeilijker
  4. maken moeilijker
  5. maken moeilijker
  6. maken moeilijker
o.v.t.
  1. maakte moeilijker
  2. maakte moeilijker
  3. maakte moeilijker
  4. maakten moeilijker
  5. maakten moeilijker
  6. maakten moeilijker
v.t.t.
  1. heb moeilijker gemaakt
  2. hebt moeilijker gemaakt
  3. heeft moeilijker gemaakt
  4. hebben moeilijker gemaakt
  5. hebben moeilijker gemaakt
  6. hebben moeilijker gemaakt
v.v.t.
  1. had moeilijker gemaakt
  2. had moeilijker gemaakt
  3. had moeilijker gemaakt
  4. hadden moeilijker gemaakt
  5. hadden moeilijker gemaakt
  6. hadden moeilijker gemaakt
o.t.t.t.
  1. zal moeilijker maken
  2. zult moeilijker maken
  3. zal moeilijker maken
  4. zullen moeilijker maken
  5. zullen moeilijker maken
  6. zullen moeilijker maken
o.v.t.t.
  1. zou moeilijker maken
  2. zou moeilijker maken
  3. zou moeilijker maken
  4. zouden moeilijker maken
  5. zouden moeilijker maken
  6. zouden moeilijker maken
diversen
  1. maak moeilijker!
  2. maakt moeilijker!
  3. moeilijker gemaakt
  4. moeilijker makend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for moeilijker maken:

VerbRelated TranslationsOther Translations
erschweren bemoeilijken; moeilijker maken; zwaarder maken bezwaren; compliceren; gewicht toevoegen; ingewikkeld maken; lastig maken; moeilijk maken; verzwaren; zwaarder maken
schwerer machen bemoeilijken; moeilijker maken; zwaarder maken bezwaren; gewicht toevoegen; verzwaren; zwaarder maken

Related Translations for moeilijker maken