Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. montage:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for montage from Dutch to German

montage:

montage [de ~ (v)] noun

  1. de montage (samenstelling; assemblage; assembleren; samenvoeging)
    die Zusammenstellung; die Zusammensetzung
  2. de montage (filmmontage)
    der Bildschnitt; der Schnitt

Translation Matrix for montage:

NounRelated TranslationsOther Translations
Bildschnitt filmmontage; montage
Schnitt filmmontage; montage boterham; coiffure; coupe; coupes; doorsnee; effect; frisuur; gemiddelde; haarsnit; inkeping; insnijding; jaap; kapsel; knippatroon; pasvorm; plak brood; profiel; snede; snee; sneetje; snijvlak; snijwond; snit; split; uitwerking
Zusammensetzung assemblage; assembleren; montage; samenstelling; samenvoeging bijeenplaatsing; bouw; constructie; onderdelen; opbouw; opbouwen; ordening; organisatie; samengesteld geheel; samenstelling; samenstelling taalkunde; structuur; systeem
Zusammenstellung assemblage; assembleren; montage; samenstelling; samenvoeging

Related Words for "montage":


Wiktionary Translations for montage:

montage
noun
  1. het monteren

Cross Translation:
FromToVia
montage Montage montage — a composition of pictures
montage Montage montage — a literary, musical or other heterogenous artcomposition
montage Zusammenstellung; Montage montage — Assemblage des pièces d’un ouvrage (2)
montage Montage montage — Action d'assembler plusieurs plans, issus du tournage (3)