Dutch
Detailed Translations for obstinaat zijn from Dutch to German
obstinaat zijn:
obstinaat zijn verb (ben obstinaat, bent obstinaat, is obstinaat, was obstinaat, waren obstinaat, obstinaat geweest)
-
obstinaat zijn
Conjugations for obstinaat zijn:
o.t.t.
- ben obstinaat
- bent obstinaat
- is obstinaat
- zijn obstinaat
- zijn obstinaat
- zijn obstinaat
o.v.t.
- was obstinaat
- was obstinaat
- was obstinaat
- waren obstinaat
- waren obstinaat
- waren obstinaat
v.t.t.
- ben obstinaat geweest
- bent obstinaat geweest
- is obstinaat geweest
- zijn obstinaat geweest
- zijn obstinaat geweest
- zijn obstinaat geweest
v.v.t.
- was obstinaat geweest
- was obstinaat geweest
- was obstinaat geweest
- waren obstinaat geweest
- waren obstinaat geweest
- waren obstinaat geweest
o.t.t.t.
- zal obstinaat zijn
- zult obstinaat zijn
- zal obstinaat zijn
- zullen obstinaat zijn
- zullen obstinaat zijn
- zullen obstinaat zijn
o.v.t.t.
- zou obstinaat zijn
- zou obstinaat zijn
- zou obstinaat zijn
- zouden obstinaat zijn
- zouden obstinaat zijn
- zouden obstinaat zijn
diversen
- ben obstinaat!
- weest obstinaat!
- obstinaat geweest
- obstinaat zijnd
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for obstinaat zijn:
Verb | Related Translations | Other Translations |
entgegenwirken | obstinaat zijn | belemmeren; beletten; chicaneren; doen mislukken; dwarsbomen; dwarsliggen; een stokje steken voor; kleinzielig gedragen; tegengaan; tegenstreven; tegenwerken; verhinderen; verijdelen; weerstreven |