Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. onbekendheid:
  2. onbekend:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for onbekendheid from Dutch to German

onbekendheid:

onbekendheid [de ~ (v)] noun

  1. de onbekendheid (duister)
    die Unbekanntheit; die Unkenntnis

Translation Matrix for onbekendheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
Unbekanntheit duister; onbekendheid
Unkenntnis duister; onbekendheid onkunde; onkundigheid; onwetendheid

Related Words for "onbekendheid":


onbekendheid form of onbekend:

onbekend adj

  1. onbekend

Translation Matrix for onbekend:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
unbekannt onbekend ongekend; ongeëvenaard; onovertroffen; onvergelijkelijk; onvolprezen; uitstekend; weergaloos
ModifierRelated TranslationsOther Translations
fremd onbekend apart; bijzonder; bizar; buitenissig; buitenlands; curieus; eigenaardig; excentriek; exotisch; merkwaardig; ongewoon; typisch; uit een vreemd land; uitheems; uitlandig; vreemd; vreemdsoortig; zonderling

Related Words for "onbekend":

  • onbekendheid, onbekender, onbekendere, onbekendst, onbekendste

Antonyms for "onbekend":


Related Definitions for "onbekend":

  1. wie of wat je niet kent1
    • een onbekende persoon vroeg mij de weg1

Wiktionary Translations for onbekend:


Cross Translation:
FromToVia
onbekend fremd strange — not yet part of one’s experience
onbekend unbekannt unknown — not known
onbekend dunkel; finster obscur — Où il y a peu, où il n’y a pas de lumière.