Noun | Related Translations | Other Translations |
Ansammlung
|
hoop; opeenstapeling; opstapeling; stapel
|
accumulatie; bende; bijeenbrenging; groep; hoop; massa; opeenhoping; opeenstapeling; ophoping; samenscholing; selectie; sortering; stapel; stel; troep; verzameling
|
Haufen
|
hoop; opeenstapeling; opstapeling; stapel
|
accumulatie; bende; berg; bijeenbrenging; boel; clan; drom; grote hoeveelheid; heleboel; hoop; hopen; horde; kluit; kudde; massa; menigte; opeenhoping; opeenstapeling; ophoping; overvloed; schaar; schare; selectie; sortering; stapel; stapeling; stapels; stel; troep; verzameling
|
Häufung
|
hoop; opeenstapeling; opstapeling; stapel
|
accumulatie; bijeenbrenging; hoop; massa; opeenhoping; opeenstapeling; ophoping; selectie; sortering; stapel; stel; verzameling
|
Masse
|
hoop; opeenstapeling; opstapeling; stapel
|
accumulatie; berg; boel; drom; grote hoeveelheid; heleboel; hoop; horde; kudde; massa; menigte; mensenmassa; opeenhoping; opeenstapeling; ophoping; oploopje; overvloed; samenkomst; schaar; schare; stapel; toeloop; troep
|
Menge
|
hoop; opeenstapeling; opstapeling; stapel
|
aantal; aardig wat; accumulatie; bende; benoemde set; berg; boel; drom; groot en dik stuk; grote hoeveelheid; heleboel; hoeveelheid; homp; hoop; horde; kluit; kudde; kwantiteit; massa; menigte; mensenmassa; opeenhoping; opeenstapeling; ophoping; oploopje; overvloed; partij; samenkomst; schaar; schare; selectie; set; sortering; stapel; stel; toeloop; troep; verzameling
|
Stapel
|
hoop; opeenstapeling; opstapeling; stapel
|
batch; boel; heleboel; hoop; stack; stapel
|
Stoß
|
hoop; opeenstapeling; opstapeling; stapel
|
accumulatie; bons; botsing; conflict; duw; duwtje; harde slag; hoop; hort; klap; onenigheid; opeen knallen; opeenhoping; opeenstapeling; ophoping; pof; por; ruzie; schok; schokkende beweging; schop; stapel; stoot; stootje; trap; twist; voetbeweging; zet; zwemslag
|