Translate schifting from Dutch to German

Summary

Dutch to German: more detail...

schifting:
- Filterung; Filtration; Sortierung; Einteilung; Auswahl; Auslese; Aussonderung; Selektion; Trennung; Sauer machen; Sauer werden

Dutch

Detailed Translations for schifting from Dutch to German

de schifting (filtering)
die Filterung; die Filtration
- Filterung [die ~] noun
- Filtration [die ~] noun
de schifting (uitsplitsing; sortering)
die Sortierung; die Einteilung; die Auswahl; die Auslese; die Aussonderung
- Sortierung [die ~] noun
- Einteilung [die ~] noun
- Auswahl [die ~] noun
- Auslese [die ~] noun
- Aussonderung [die ~] noun
de schifting (selectie)
die Selektion; die Auswahl; die Sortierung; die Trennung; die Auslese; die Aussonderung
- Selektion [die ~] noun
- Auswahl [die ~] noun
- Sortierung [die ~] noun
- Trennung [die ~] noun
- Auslese [die ~] noun
- Aussonderung [die ~] noun
de schifting (verzuring)
Sauer machen; Sauer werden
- Sauer machen [das ~] noun
- Sauer werden [das ~] noun

Noun	Related Translations	Other Translations
Auslese	schifting; selectie; sortering; uitsplitsing	beste; bloemlezing; elite; keur; keus; keuze; keuzemogelijkheid; selectie; uitgelezene
Aussonderung	schifting; selectie; sortering; uitsplitsing
Auswahl	schifting; selectie; sortering; uitsplitsing	Kiezer; assortiment; bloemlezing; collectie; elite; keur; keus; keuze; keuzemogelijkheid; selectie; sortering; uitverkiezing; uitverkoring; verkiezing
Einteilung	schifting; sortering; uitsplitsing	arrangement; indeling; opbouw; opstelling; ordening; organisatie; rangschikking; samenstelling; schikking; structuur; systeem
Filterung	filtering; schifting
Filtration	filtering; schifting
Sauer machen	schifting; verzuring
Sauer werden	schifting; verzuring
Selektion	schifting; selectie	bloemlezing; keus; keuze; keuzemogelijkheid; selectie; uitverkoring
Sortierung	schifting; selectie; sortering; uitsplitsing	assortiment; collectie; keur; keuze; sortering; sortiment
Trennung	schifting; selectie	afscheiding; afsplitsing; afzondering; beschot; breken; isolering; ontwarring; scheiding; schot; segregatie; splitsen; tussenmuur; tussenschot; verbreking

External Machine Translations:

Remove Ads