Noun | Related Translations | Other Translations |
Bühnenstück
|
drama; schouwspel; spektakelstuk; stuk; toneelstuk
|
komedie; opvoering; parade; show; staatsie; vertoning; voorstelling
|
Drama
|
drama; schouwspel; stuk; toneelstuk
|
komedie; opvoering; parade; show; staatsie; vertoning; voorstelling
|
Schauspiel
|
drama; schouwspel; spektakel; spektakelstuk; stuk; toneelstuk
|
aangezicht; gelaat; gezicht; kijkstuk; komedie; opvoering; parade; show; staatsie; vertoning; voorstelling
|
Spektakel
|
schouwspel; spektakel; spektakelstuk
|
beroering; botsing; conflict; drukte; gebrul; gebulder; gedruis; gekrijs; geraas; geschreeuw; heibel; heksenketel; herrie; kabaal; lawaai; leven; misbaar; onenigheid; opschudding; pandemonium; rumoer; ruzie; spektakel; tumult; twist
|
Stück
|
drama; schouwspel; stuk; toneelstuk
|
aandeel; basisbestanddeel; bestanddeel; bijdrage; bon; brok; brokje; component; coupon; deel; deeltje; element; fractie; gedeelte; inbreng; ingrediënt; kleine brok; klont; lap; moot; onderdeel; onderdeeltje; part; plak; segment; stuk; stuk stof; suikerklontje; tranche
|
Theaterstück
|
schouwspel; spektakelstuk
|
komedie; opvoering; parade; show; staatsie; toneelstukje; vertoning; voorstelling
|