Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. taaleigen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for taaleigen from Dutch to German

taaleigen:

taaleigen [het ~] noun

  1. het taaleigen (idioom)
    Idiom; Sprichwort; die Redensart

Translation Matrix for taaleigen:

NounRelated TranslationsOther Translations
Idiom idioom; taaleigen uitdrukkingen
Redensart idioom; taaleigen expressie; frase; gelaatsuitdrukking; gezegde; gezichtsuitdrukking; taalschat; uitdrukking; uitdrukkingen; zegswijze; zin
Sprichwort idioom; taaleigen expressie; frase; gelaatsuitdrukking; gezegde; gezichtsuitdrukking; spreekwoord; taalschat; uitdrukking; uitdrukkingen; zegswijze; zin

Wiktionary Translations for taaleigen:

taaleigen
noun
  1. uitdrukkingen en zegswijzen uit een bepaalde taal

Cross Translation:
FromToVia
taaleigen Redewendung; Idiom idiom — expression peculiar to a given language