Noun | Related Translations | Other Translations |
Ansteigen
|
aangroei; aanwas; aanwinst; expansie; groei; groter worden; stijging; toename; toeneming; uitbreiding; verhoging; vermedevuldigen; vermeerdering; versterking
|
klimmen; omhoogkomen; opstijgen; stijgen; stijging
|
Ansteigung
|
aangroei; aanwas; aanwinst; expansie; groei; groter worden; stijging; toename; toeneming; uitbreiding; verhoging; vermedevuldigen; vermeerdering; versterking
|
beklimming; bestijging; geestelijke vorming; klim; ontplooiing; ontwikkeling; opklimmen; stijgen; vooruitgang; vorming
|
Anwachsen
|
aangroei; aanwas; aanwinst; expansie; groei; groter worden; stijging; toename; toeneming; uitbreiding; verhoging; vermedevuldigen; vermeerdering; versterking
|
aangroeiing; aanwas; aanwassen; aanzwellen; vermeerdering
|
Zunahme
|
aangroei; aanwas; aanwinst; expansie; groei; groter worden; stijging; toename; toeneming; uitbreiding; verhoging; vermedevuldigen; vermeerdering; versterking
|
aanvulling; bloei; expansie; expulsie; geestelijke vorming; groei; hausse; hoogconjunctuur; ontplooiing; ontwikkeling; toename; uitbreiding; uitzetting; vergroting; vooruitgang; vordering; vorming
|
Zuwachs
|
aangroei; aanwas; aanwinst; expansie; groei; groter worden; stijging; toename; toeneming; uitbreiding; verhoging; vermedevuldigen; vermeerdering; versterking
|
expansie; geestelijke vorming; groei; ontplooiing; ontwikkeling; uitbreiding; vooruitgang; vorming
|