Summary
Dutch to German: more detail...
- trouweloosheid:
- trouweloos:
-
Wiktionary:
- trouweloos → heimtückisch, hinterlistig, treulos, wortbrüchig
Dutch
Detailed Translations for trouweloosheid from Dutch to German
trouweloosheid:
-
de trouweloosheid (verraad; felonie)
-
de trouweloosheid (het niet-trouw-zijn; ontrouw; perfidie; trouwbreuk)
Translation Matrix for trouweloosheid:
Noun | Related Translations | Other Translations |
Treuebruch | het niet-trouw-zijn; ontrouw; perfidie; trouwbreuk; trouweloosheid | |
Treulosigkeit | het niet-trouw-zijn; ontrouw; perfidie; trouwbreuk; trouweloosheid | |
Untreue | het niet-trouw-zijn; ontrouw; perfidie; trouwbreuk; trouweloosheid | |
Verrat | felonie; trouweloosheid; verraad |
Related Words for "trouweloosheid":
trouweloosheid form of trouweloos:
-
trouweloos (afvallig)
-
trouweloos (verraderlijk)
verräterisch; heimtückisch; treulos; tückisch; trügerisch-
verräterisch adj
-
heimtückisch adj
-
treulos adj
-
tückisch adj
-
trügerisch adj
-
Translation Matrix for trouweloos:
Related Words for "trouweloos":
Wiktionary Translations for trouweloos:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• trouweloos | → heimtückisch; hinterlistig; treulos; wortbrüchig | ↔ traître — Qui trahir, qui est capable de trahison. |