Summary


Dutch

Detailed Translations for vergelijk from Dutch to German

vergelijk:

vergelijk [het ~] noun

  1. het vergelijk (compromis)
    der Kompromiß; der Vergleich; die Vereinbarung; die Abmachung; der Abkommen; die Einigung; die Verfügung
  2. het vergelijk (regeling; vereffening; akkoord; schikking)
    die Regelung; die Erledigung; die Einigung; die Beilegung; die Schlichtung

Translation Matrix for vergelijk:

NounRelated TranslationsOther Translations
Abkommen compromis; vergelijk
Abmachung compromis; vergelijk afspraak; akkoord; overeenkomst; regeling; schikking
Beilegung akkoord; regeling; schikking; vereffening; vergelijk beslechting; bijlegging
Einigung akkoord; compromis; regeling; schikking; vereffening; vergelijk afdoening; afhandeling; associatie; cirkel; coalitie; gemeenschappelijkheid; gezelschap; kring; overeenkomst; sociëteit; soos; unie; verbond
Erledigung akkoord; regeling; schikking; vereffening; vergelijk afdoening; afhandeling; liquidatie; vernietiging
Kompromiß compromis; vergelijk
Regelung akkoord; regeling; schikking; vereffening; vergelijk afspraak; akkoord; arrangement; orde; overeenkomst; regel; regelgeving; regeling; reglement; regularisatie; schaderegeling; schikking; vereffening; voorschrift; wet
Schlichtung akkoord; regeling; schikking; vereffening; vergelijk beslechting
Vereinbarung compromis; vergelijk accoord; afspraak; akkoord; contract; gemeenschappelijkheid; goedkeuring; overeenkomst; regeling; schikking; toestemming
Verfügung compromis; vergelijk afkondiging; besluit; besluiten; decreet; discipline; dwang; gehoorzaamheid; onderwerping; orde; raadsbesluit; regel; regeling; reglement; tucht; uitvaardiging; voorschrift; wet
Vergleich compromis; vergelijk afspraak; akkoord; algebraïsche vergelijking; equatie; overeenkomst; regeling; schikking; vergelijking

Wiktionary Translations for vergelijk:


Cross Translation:
FromToVia
vergelijk Kompromiss compromis — droit|fr acte qui scelle un échange de promesses. C'est le résultat d'une négociation entre les parties en présence où chacune aura fait des concessions pour arriver à une solution commune qu'elles devront conjointement exécuter.

vergelijken:

vergelijken verb (vergelijk, vergelijkt, vergeleek, vergeleken, vergeleken)

  1. vergelijken (compareren; tegenover elkaar stellen; bij elkaar houden)
    vergleichen; konfrontieren; zusammenhalten
    • vergleichen verb (vergleiche, vergleichst, vergleicht, verglich, verglichen, verglichen)
    • konfrontieren verb (konfrontiere, konfrontierst, konfrontiert, konfrontierte, konfrontiertet, konfrontiert)
    • zusammenhalten verb (halte zusammen, hälst zusammen, hält zusammen, hielt zusammen, hieltet zusammen, zusammengehalten)
  2. vergelijken
    vergleichen
    • vergleichen verb (vergleiche, vergleichst, vergleicht, verglich, verglichen, verglichen)

Conjugations for vergelijken:

o.t.t.
  1. vergelijk
  2. vergelijkt
  3. vergelijkt
  4. vergelijken
  5. vergelijken
  6. vergelijken
o.v.t.
  1. vergeleek
  2. vergeleek
  3. vergeleek
  4. vergeleken
  5. vergeleken
  6. vergeleken
v.t.t.
  1. heb vergeleken
  2. hebt vergeleken
  3. heeft vergeleken
  4. hebben vergeleken
  5. hebben vergeleken
  6. hebben vergeleken
v.v.t.
  1. had vergeleken
  2. had vergeleken
  3. had vergeleken
  4. hadden vergeleken
  5. hadden vergeleken
  6. hadden vergeleken
o.t.t.t.
  1. zal vergelijken
  2. zult vergelijken
  3. zal vergelijken
  4. zullen vergelijken
  5. zullen vergelijken
  6. zullen vergelijken
o.v.t.t.
  1. zou vergelijken
  2. zou vergelijken
  3. zou vergelijken
  4. zouden vergelijken
  5. zouden vergelijken
  6. zouden vergelijken
diversen
  1. vergelijk!
  2. vergelijkt!
  3. vergeleken
  4. vergelijkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for vergelijken:

VerbRelated TranslationsOther Translations
konfrontieren bij elkaar houden; compareren; tegenover elkaar stellen; vergelijken confronteren; onder ogen zien; oog in oog laten komen; tegenover elkaar stellen
vergleichen bij elkaar houden; compareren; tegenover elkaar stellen; vergelijken een geschil bijleggen; met elkaar vergelijken; ruzie bijleggen; schikken
zusammenhalten bij elkaar houden; compareren; tegenover elkaar stellen; vergelijken bij elkaar houden; bijeenhouden; elkaar trouw blijven

Related Definitions for "vergelijken":

  1. kijken naar verschillen en overeenkomsten1
    • ik heb de twee televisies met elkaar vergeleken1

Wiktionary Translations for vergelijken:

vergelijken
verb
  1. de overeenkomsten en verschillen van twee zaken in beschouwing nemen
vergelijken
Cross Translation:
FromToVia
vergelijken vergleichen compare — to assess the similarities between two things or between one thing and another
vergelijken gegenüberstellen confront — To set a thing side by side with; to compare
vergelijken vergleichen liken — compare
vergelijken vergleichen comparerexaminer les rapports de ressemblance et de différence entre une chose et une autre, entre une personne et une autre.

Related Translations for vergelijk