Summary
Dutch to German: more detail...
- vergelijkend:
- vergelijken:
-
Wiktionary:
- vergelijken → vergleichen
- vergelijken → vergleichen, gegenüberstellen
Dutch
Detailed Translations for vergelijkend from Dutch to German
vergelijkend:
-
vergelijkend
Translation Matrix for vergelijkend:
Modifier | Related Translations | Other Translations |
relativ | vergelijkend | behoorlijk; betrekkelijk; nogal; redelijk; relatief; tamelijk |
vergleichend | vergelijkend | betrekkelijk; relatief |
vergelijken:
-
vergelijken (compareren; tegenover elkaar stellen; bij elkaar houden)
vergleichen; konfrontieren; zusammenhalten-
konfrontieren verb (konfrontiere, konfrontierst, konfrontiert, konfrontierte, konfrontiertet, konfrontiert)
-
zusammenhalten verb (halte zusammen, hälst zusammen, hält zusammen, hielt zusammen, hieltet zusammen, zusammengehalten)
-
vergelijken
Conjugations for vergelijken:
o.t.t.
- vergelijk
- vergelijkt
- vergelijkt
- vergelijken
- vergelijken
- vergelijken
o.v.t.
- vergeleek
- vergeleek
- vergeleek
- vergeleken
- vergeleken
- vergeleken
v.t.t.
- heb vergeleken
- hebt vergeleken
- heeft vergeleken
- hebben vergeleken
- hebben vergeleken
- hebben vergeleken
v.v.t.
- had vergeleken
- had vergeleken
- had vergeleken
- hadden vergeleken
- hadden vergeleken
- hadden vergeleken
o.t.t.t.
- zal vergelijken
- zult vergelijken
- zal vergelijken
- zullen vergelijken
- zullen vergelijken
- zullen vergelijken
o.v.t.t.
- zou vergelijken
- zou vergelijken
- zou vergelijken
- zouden vergelijken
- zouden vergelijken
- zouden vergelijken
diversen
- vergelijk!
- vergelijkt!
- vergeleken
- vergelijkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for vergelijken:
Related Definitions for "vergelijken":
Wiktionary Translations for vergelijken:
vergelijken
Cross Translation:
verb
vergelijken
-
de overeenkomsten en verschillen van twee zaken in beschouwing nemen
- vergelijken → vergleichen
verb
-
zwei oder mehrere Dinge auf Gemeinsamkeiten und Unterschiede prüfen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• vergelijken | → vergleichen | ↔ compare — to assess the similarities between two things or between one thing and another |
• vergelijken | → gegenüberstellen | ↔ confront — To set a thing side by side with; to compare |
• vergelijken | → vergleichen | ↔ liken — compare |
• vergelijken | → vergleichen | ↔ comparer — examiner les rapports de ressemblance et de différence entre une chose et une autre, entre une personne et une autre. |