Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. voorplakken:


Dutch

Detailed Translations for voorplakken from Dutch to German

voorplakken:

voorplakken [znw.] noun

  1. voorplakken (voorzetten; aanhechten; voorvoegen)
    Anheften; Ankleben

Translation Matrix for voorplakken:

NounRelated TranslationsOther Translations
Anheften aanhechten; voorplakken; voorvoegen; voorzetten aanhechten; aanhechting; aanplakken; vasthechten; vastplakken
Ankleben aanhechten; voorplakken; voorvoegen; voorzetten aanlijmen; aanplakken; kleven; lijmen; plakken; vastkleven; vastlijmen; vastplakken