Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. vredigheid:
  2. vredig:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for vredigheid from Dutch to German

vredigheid:

vredigheid [de ~ (v)] noun

  1. de vredigheid (kalmte; rust)
    die Ruhe; der Frieden; die Friedlichkeit; die Stille

Translation Matrix for vredigheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
Frieden kalmte; rust; vredigheid kalmte; stilheid; stilte
Friedlichkeit kalmte; rust; vredigheid
Ruhe kalmte; rust; vredigheid bedaardheid; geduld; gemak; kalmheid; kalmte; stilheid; stilte; stiltes
Stille kalmte; rust; vredigheid kalmte; stilheid; stilte; stiltes; stilzwijgendheid; zwijgzaamheid

Related Words for "vredigheid":


vredigheid form of vredig:


Translation Matrix for vredig:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
friedlich bedaard; kalm; kalmpjes; rustig; sereen; stil; vredig; vreedzaam bedaard; gelijkmoedig; geweldloos; kalm; kalmpjes; onbewogen; rustig; sereen; verdraagzaam; vredelievend; vreedzaam
friedliebend bedaard; kalm; kalmpjes; rustig; sereen; stil; vredig; vreedzaam bedaard; gelijkmoedig; kalm; kalmpjes; onbewogen; rustig; sereen; vredelievend; vreedzaam

Related Words for "vredig":

  • vredigheid, vrediger, vredigere, vredigst, vredigste, vredige

Wiktionary Translations for vredig:


Cross Translation:
FromToVia
vredig friedlich peaceful — not at war or disturbed by strife or turmoil
vredig friedfertig peaceful — inclined to peace; peaceable
vredig friedlich peaceful — motionless and calm; placid
vredig still; ruhig; leise quiet — with little sound