Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. zitwerk:


Dutch

Detailed Translations for zitwerk from Dutch to German

zitwerk:

zitwerk [znw.] noun

  1. zitwerk (bibs; kont; achterwerk; )
    der Arsch; Gesäß; der Hintern

Translation Matrix for zitwerk:

NounRelated TranslationsOther Translations
Arsch achterste; achterwerk; bibs; billen; kont; zitvlak; zitwerk aars; anus; gat; staartstuk; stuit
Gesäß achterste; achterwerk; bibs; billen; kont; zitvlak; zitwerk
Hintern achterste; achterwerk; bibs; billen; kont; zitvlak; zitwerk aars; anus; gat; staartstuk; stuit