Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. specialist:
  2. Wiktionary:
English to Dutch:   more detail...
  1. specialist:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for specialist from Dutch to English

specialist:

specialist [de ~ (m)] noun

  1. de specialist (expert; deskundige; vakkundige)
    the specialist; the expert; the authority

Translation Matrix for specialist:

NounRelated TranslationsOther Translations
authority deskundige; expert; specialist; vakkundige autorisatie; autoriteit; bevoegd zijn; bevoegdheid; fiat; geven van volmacht; gezag; gezaghebber; gezagsdrager; gezagsorgaan; heerschappij; instantie; kracht; lastbrief; lastgeving; licentie; macht; machtiging; mandaat; procuratie; toestemming; vergunning; vermogen; volmacht
expert deskundige; expert; specialist; vakkundige expert; piet; specialiste; vakman
specialist deskundige; expert; specialist; vakkundige specialiste
- autoriteit; deskundige
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
expert behendig; bekwaam; handig; kundig; rap; snel; vaardig; vlot; vlug

Related Words for "specialist":

  • specialisten

Synonyms for "specialist":


Related Definitions for "specialist":

  1. wie ergens veel van af weet1
    • deze specialist weet alles van hart en bloedvaten1

Wiktionary Translations for specialist:

specialist
noun
  1. persoon die ergens veel verstand van heeft
  2. arts die een bepaald onderdeel van de geneeskunde beoefent
specialist
noun
  1. expert in a given field
  2. expert
  3. physician



English

Detailed Translations for specialist from English to Dutch

specialist:

specialist [the ~] noun

  1. the specialist (expert; authority)
    de expert; de deskundige; vakkundige; de specialist
  2. the specialist (expert)
    de specialiste

Translation Matrix for specialist:

NounRelated TranslationsOther Translations
deskundige authority; expert; specialist
expert authority; expert; specialist expert; whiz
specialist authority; expert; specialist
specialiste expert; specialist
vakkundige authority; expert; specialist
- medical specialist; specialiser; specializer

Related Words for "specialist":

  • specialists

Synonyms for "specialist":


Antonyms for "specialist":

  • generalist

Related Definitions for "specialist":

  1. an expert who is devoted to one occupation or branch of learning2
  2. practices one branch of medicine2

Wiktionary Translations for specialist:

specialist
noun
  1. expert
  2. physician
specialist
noun
  1. persoon die ergens veel verstand van heeft
  2. arts die een bepaald onderdeel van de geneeskunde beoefent
  3. een man die zijn vak of professie verstaat

Related Translations for specialist