Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. afdracht:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for afdracht from Dutch to English

afdracht:

afdracht [de ~] noun

  1. de afdracht
    the hand over

Translation Matrix for afdracht:

NounRelated TranslationsOther Translations
hand over afdracht
VerbRelated TranslationsOther Translations
hand over aanbieden; aangeven; aanreiken; afdragen; afgeven; afleveren; bestellen; bezorgen; brengen; geven; indienen; inleveren; overdragen aan; overgeven; overhandigen; reiken; thuisbezorgen; toesteken

Wiktionary Translations for afdracht:

afdracht
noun
  1. payment made by a feudal vassal to his lord