Summary
Dutch
Detailed Translations for verwringen from Dutch to English
verwringen:
-
verwringen
Conjugations for verwringen:
o.t.t.
- verwring
- verwringt
- verwringt
- verwringen
- verwringen
- verwringen
o.v.t.
- verwrong
- verwrong
- verwrong
- verwrongen
- verwrongen
- verwrongen
v.t.t.
- heb verwrongen
- hebt verwrongen
- heeft verwrongen
- hebben verwrongen
- hebben verwrongen
- hebben verwrongen
v.v.t.
- had verwrongen
- had verwrongen
- had verwrongen
- hadden verwrongen
- hadden verwrongen
- hadden verwrongen
o.t.t.t.
- zal verwringen
- zult verwringen
- zal verwringen
- zullen verwringen
- zullen verwringen
- zullen verwringen
o.v.t.t.
- zou verwringen
- zou verwringen
- zou verwringen
- zouden verwringen
- zouden verwringen
- zouden verwringen
diversen
- verwring!
- verwringt!
- verwrongen
- verwringend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for verwringen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
twist | dispuut; draai; kink; knoop; kronkel; lus; lusvormige kromming; meningsverschil; onenigheid; woordenwisseling | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
distort | verwringen | verdraaien; vertekenen |
twist | verwringen | bakkeleien; bekvechten; draaien; hakketakken; iets omdraaien; kantelen; omkeren; rollen; ronddraaien; roteren; ruzieën; twisten; wentelen; zich wringen |
Wiktionary Translations for verwringen:
External Machine Translations: