Summary
Dutch to English: more detail...
- kapotgaan:
- kapot gaan:
-
Wiktionary:
- kapot gaan → break down, crash
- kapotgaan → break down, break
Dutch
Detailed Translations for kapot gaan from Dutch to English
kapotgaan:
-
kapotgaan (doodgaan; overlijden; sterven; omkomen)
-
kapotgaan (stukgaan; onklaar raken)
Conjugations for kapotgaan:
o.t.t.
- ga kapot
- gaat kapot
- gaat kapot
- gaan kapot
- gaan kapot
- gaan kapot
o.v.t.
- ging kapot
- ging kapot
- ging kapot
- gingen kapot
- gingen kapot
- gingen kapot
v.t.t.
- ben kapot gegaan
- bent kapot gegaan
- is kapot gegaan
- zijn kapot gegaan
- zijn kapot gegaan
- zijn kapot gegaan
v.v.t.
- was kapot gegaan
- was kapot gegaan
- was kapot gegaan
- waren kapot gegaan
- waren kapot gegaan
- waren kapot gegaan
o.t.t.t.
- zal kapotgaan
- zult kapotgaan
- zal kapotgaan
- zullen kapotgaan
- zullen kapotgaan
- zullen kapotgaan
o.v.t.t.
- zou kapotgaan
- zou kapotgaan
- zou kapotgaan
- zouden kapotgaan
- zouden kapotgaan
- zouden kapotgaan
diversen
- ga kapot!
- gaat kapot!
- kapot gegaan
- kapotgaand
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for kapotgaan:
kapot gaan:
Translation Matrix for kapot gaan:
Noun | Related Translations | Other Translations |
die | creperen; gietvorm; mal; matrijs; modelvorm; vorm | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
become defective | breken; kapot gaan; sneuvelen; stuk gaan | kapotgaan; onklaar raken; stukgaan |
die | breken; kapot gaan; sneuvelen; stuk gaan | bezwijken; creperen; doodgaan; heengaan; hongeren; hongerlijden; in de oorlog omkomen; inslapen; kapotgaan; omkomen; ontslapen; overlijden; sneuvelen; stempel zetten; stempelen; sterven; vallen; verhongeren; verrekken; verscheiden; versterven; wegvallen; zieltogen |
perish | breken; kapot gaan; sneuvelen; stuk gaan | bezwijken; doodgaan; heengaan; inslapen; omkomen; onder water gaan; ondergaan; ontbinden; overlijden; rotten; sneuvelen; sterven; te gronde gaan; ten ondergaan; vallen; vergaan; verongelukken; verrotten; verteren; wegrotten; wegvallen; zinken |
Other | Related Translations | Other Translations |
die | dobbelsteen |
Wiktionary Translations for kapot gaan:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• kapot gaan | → break down; crash | ↔ tomber en panne — Arriver dans une situation où un outil ou un véhicule ne fonctionne plus par manque de carburant où à cause de batteries vides, ou encore doit être réparé. |