Summary
Dutch to English: more detail...
- stopcontact:
-
Wiktionary:
- stopcontact → electric socket, outlet, point, power point, socket
- stopcontact → socket, outlet
Dutch
Detailed Translations for stopcontact from Dutch to English
stopcontact:
-
het stopcontact (contactdoos; wandcontactdoos)
the power-point; the wall plug; the wall socket; the socket; the electric point; the plug-socket; the outlet; the electric outlet; the electrical outlet
Translation Matrix for stopcontact:
Related Words for "stopcontact":
Wiktionary Translations for stopcontact:
stopcontact
Cross Translation:
noun
stopcontact
-
elektrotechniek|nld inrichting waardoor men d.m.v. het insteken van een stekker elektrisch verbinding met het lichtnet maakt
- stopcontact → electric socket
noun
-
wall-mounted socket
-
electric power socket
-
power socket
-
mechanical opening
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• stopcontact | → socket; outlet | ↔ Steckdose — Technik: Vorrichtung zum Anschluss elektrischer Geräte an das Stromnetz mit zwei Kontakthülsen zur Aufnahme der Steckerstifte |
English
Detailed Translations for stopcontact from English to Dutch
stopcontact: (*Using Word and Sentence Splitter)
- stop: tegenhouden; stopzetten; tot staan brengen; stoppen; remmen; afremmen; opgeven; ophouden; staken; uitscheiden; ermee uitscheiden; vertraging; oponthoud; halte; stopplaats; halteplaats; inhouden; besluiten; beslissen; stilstaan; blijven staan; stilhouden; halt houden; afzetten; stilzetten; tot stilstand brengen; halt; vastlopen; haperen; stokken; blijven steken; weerhouden; beletten; afhouden; stillen; stelpen; ervanaf houden; tegenwerken; dichten; dwarsbomen; dwarsliggen; gaten stoppen; vertragen; temporiseren; halthouden
- contact: contact; aansluiting; verbinding; connectie; voeling; verband; relatie; samenhang; link; schakel; onderling verband; omgang; omgaan met mensen; contactpersoon; lens; contactlens
- Stop: Stoppen