Summary
Dutch to English: more detail...
- teleurstellend:
- teleurstellen:
-
Wiktionary:
- teleurstellend → disappointing
- teleurstellen → disappoint
- teleurstellen → disappoint, falsify, con, delude, fool, trick, cuckold
Dutch
Detailed Translations for teleurstellend from Dutch to English
teleurstellend:
-
teleurstellend (onbevredigend; onvoldoende; ontoereikend; spijtig; betreurenswaardig; jammerlijk; jammer; sneu)
insufficient; unsatisfactory; regretful; inadequate; pityful-
insufficient adj
-
unsatisfactory adj
-
regretful adj
-
inadequate adj
-
pityful adj
-
Translation Matrix for teleurstellend:
Adjective | Related Translations | Other Translations |
inadequate | betreurenswaardig; jammer; jammerlijk; onbevredigend; ontoereikend; onvoldoende; sneu; spijtig; teleurstellend | klein; ondermaats; van geringe afmeting |
insufficient | betreurenswaardig; jammer; jammerlijk; onbevredigend; ontoereikend; onvoldoende; sneu; spijtig; teleurstellend | |
regretful | betreurenswaardig; jammer; jammerlijk; onbevredigend; ontoereikend; onvoldoende; sneu; spijtig; teleurstellend | |
unsatisfactory | betreurenswaardig; jammer; jammerlijk; onbevredigend; ontoereikend; onvoldoende; sneu; spijtig; teleurstellend | onaanvaardbaar; onacceptabel |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
pityful | betreurenswaardig; jammer; jammerlijk; onbevredigend; ontoereikend; onvoldoende; sneu; spijtig; teleurstellend |
Wiktionary Translations for teleurstellend:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• teleurstellend | → disappointing | ↔ décevant — Qui décevoir ; qui causer de la déception. |
teleurstellend form of teleurstellen:
-
teleurstellen (ontgoochelen; frustreren; tegenvallen; afvallen; laten zakken; duperen; benadelen)
to disappoint; to frustrate; to disillusion; to let down; to counteract; to belie; to be contrary; to cross -
teleurstellen (vertrouwen schenden; beschamen)
Conjugations for teleurstellen:
o.t.t.
- stel teleur
- stelt teleur
- stelt teleur
- stellen teleur
- stellen teleur
- stellen teleur
o.v.t.
- stelde teleur
- stelde teleur
- stelde teleur
- stelden teleur
- stelden teleur
- stelden teleur
v.t.t.
- heb teleurgesteld
- hebt teleurgesteld
- heeft teleurgesteld
- hebben teleurgesteld
- hebben teleurgesteld
- hebben teleurgesteld
v.v.t.
- had teleurgesteld
- had teleurgesteld
- had teleurgesteld
- hadden teleurgesteld
- hadden teleurgesteld
- hadden teleurgesteld
o.t.t.t.
- zal teleurstellen
- zult teleurstellen
- zal teleurstellen
- zullen teleurstellen
- zullen teleurstellen
- zullen teleurstellen
o.v.t.t.
- zou teleurstellen
- zou teleurstellen
- zou teleurstellen
- zouden teleurstellen
- zouden teleurstellen
- zouden teleurstellen
en verder
- ben teleurgesteld
- bent teleurgesteld
- is teleurgesteld
- zijn teleurgesteld
- zijn teleurgesteld
- zijn teleurgesteld
diversen
- stel teleur!
- stelt teleur!
- teleurgesteld
- teleurstellend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for teleurstellen:
Wiktionary Translations for teleurstellen:
teleurstellen
Cross Translation:
verb
teleurstellen
-
iemand op onaangename wijze verrassen, vaak door een belofte niet na te komen
- teleurstellen → disappoint
verb
-
to displease
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• teleurstellen | → disappoint; falsify | ↔ enttäuschen — eine Hoffnung, ein Wunsch oder eine Erwartung nicht erfüllen oder zerstören |
• teleurstellen | → con; delude; fool; trick; cuckold; disappoint | ↔ tromper — abuser de la confiance de quelqu’un. |